De Tweede Ronde. Jaargang 22(2001)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] AsparagusGa naar voetnoot* Marieke van Leeuwen Asperges in de eindeloze dijkjes zijn een parade van jonge heren gekleed in schouders opgetrokken aarde. Gezamenlijk zeggen ze: Stroop mij af en eet mij. Botergeel nog ongeschilderde tinnen soldaatjes, de jonge knopjes snakkend naar lucht, zon, regen. Stijf en scheutig groeien zij, de hemel in geprezen. Boven de bodem worden zij de lange molshopen uitgekeken door telers en teelsters met gretige beurzen, verlangend naar de slappe was. Als je asperges gaat steken, met de zon op de rand van je hoed, vind je er zat. Twee wolken later vind je er weer dozenvol. Elke dag tot het donker wordt. Bij elke barst in de opgehoogde grond verschijnen zij: opgetogen, bleekvlezig, hardwandig, dun en recht, wormstekig lapzwanzig, darmlang, vingerdik, luchthappende eikels als Limburgse witte pastoors. Asperges, opgewonden rechtop, gestrekt als belerende vingers, scheuren zich los, telkens weer, snel en ontelbaar, kaalkoppig blinkend in het opkomend zonlicht. - Tot je denkt: Zie ik er over het hoofd of vermenigvuldigen zij zich, dit eikelvolk, en lachen zij mij uit met hun afgetrokken glimgrijns? Tussen grove Poolse handen wrik ik de stramme soldaatjes los, kook ze en vul mijn bord tot over de rand met weke delen, ontschild en slap geworden na het jaarlijkse steekspel. voetnoot* Hommage aan Les Murray, de dichter van ‘Slabonenpreek’. Vorige Volgende