De Tweede Ronde. Jaargang 22



[pagina 74]
Twee gedichten Drs. P Vaak ziet men gulzigheid voor zonde aan Een van de zeven kwalijkste nog wel Ofschoon ze tal van levens kan verzoeten Er zijn tenslotte in het aards bestel Personen die de kost verdienen moeten Sigarenkoopman, slijter, patissier - Zij zouden abstinentie niet begroeten De clientèle? Naar de hel ermee! Al heeft men dan ook niemand kwaad gedaan Zodat we bij de slotsom zijn beland Dat hier bemoeizucht heerst van Hogerhand Herhaaldelijk ervaar ik die impuls Het kan een aanblik zijn, een woord, een geur Die heftige begeerte doet ontbranden Soep, hoofdgerechten, koffie met likeur - Ze zijn veeleisend hoor, mijn ingewanden Ik eet en drink volop, ik laat me gaan Zo heb ik vrijwel altijd iets omhanden Omringenden zien dit misprijzend aan En grommen: ‘Hij gedraagt zich als een guls!’ Maar als ik niet genoot van zo'n festijn Dat zou dan toch wel echt doodzonde zijn