De Tweede Ronde. Jaargang 22(2001)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] De carminofaag Arjaan van Nimwegen In versbegeerte, dichtzin, poëzijzucht, rijmtrek, liederlust vermaalde hij de letteren en ging te gronde aan die zonde. Voordat hij ieder meesterdichtwerk voet voor voetje had verslonden - jam-jam bij elke jambe - was zijn lettervraatzucht niet gesust De Grieken en de pieken der klassieken, uiteraard een must: Prometheus werd geketend en door dichterhanden weer ontbonden, het Paradijs ging wreed verloren maar werd goddank ook hervonden hij vrat zich door de canon en hij gunde zich geen stanza rust. Van Gilgamesj tot Goethe en van Tasso tot Corneille, hij zwolg zich vol met Shakespeare van zijn huig tot aan zijn krent. Poesjkin als tussendoortje, van Pessoa elk fragment, de godganse comedie (Ike, Peter en Verwey). Gargantuesk zwol zijn persoonlijkheid qua vorm en vent en onverzadigd door de literaire rijstebrij vergreep hij zich toen aan de vaderlandse bardenbent. Eerst Komrij. Duizend en nog enige gedichten. De eeuwen negentien en twintig had hij binnen. Maar toen besloot hij liever vooraan te beginnen, en zich naar het menu van Knuvelder te richten. Van hebban olla uogala tot Hooft z'n Minne, een uitgelezen maaltijd, maar beslist geen lichte. [pagina 73] [p. 73] Zes delen Vondel, zeven Bilderdijk, alles van Tollens, borden vol met Beets, zelfs Roland Holsts bewerkingen van Yeats, als toetje Bontens, Leopold, Van Eyk en wat Bernlef vertaald heeft uit het Zweeds. Hij vrat zich vast aan Faverey, en joeg daarop zonder erbarmen heel Patty Scholten door zijn darmen, en toen zijn eigen werk erbij - ook 't onderhavig carmen, dat hij - zijn eigen maaksel - gelijk een hond zijn braaksel zijn oververste strot in perste. Hij berstte. Vorige Volgende