De Tweede Ronde. Jaargang 22

[p. 64]

Twee gedichten
Gé van den Bovenkamp

Niet gulzig

Op gulzigheid zult u mij nooit betrappen.
Nooit schrans of schrok ik. Nooit ‘vreet ik voor twee’.
Vaak ben ik met een crackertje tevreê
waar anderen in kwartelkoontjes happen.

Aan toetjes poog ik immer te ontsnappen.
Voor mij geen digestief plus pousse-café!
Bescheiden vraag ik om een kopje thee:
‘Graag zonder die nog warme appelflappen.’

Met mijn ascetisch eet- en drinkgedrag
moet ik wél aan de vitamientjes denken.
‘Een voedingssupplement kan u die schenken’
zo las ik laatst nog op een boekomslag.

Nu ga ik eens per maand naar dokter C.
en krijg een gros Viagrapillen mee.

[p. 65]

Wel gulzig

Toe, draai die foto van je vader om:
ik wil je in je lieve oortjes bijten,
je lingerie het hele huis door smijten,
naar adem happen als ik in je kom.

Laat hem niet zien hoe wij de tijd hier slijten,
hoe ik mijn vingers naar jouw lekkers krom.
Je vorst ben ik, je wilde bruidegom,
ik wil je kleine tepeltjes konfijten!

Al is mijn tangogave zeer beperkt,
toch wil ik naakt van jou de passen leren
terwijl ik hongerige woordjes grom.

Je Pa heeft wel eens vaker ‘niets gemerkt’,
zoals hij bij ons thuis steeds bleef beweren.
Dus draai die foto van je vader om!