De Tweede Ronde. Jaargang 21
(2000)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 122]
| |
De kus
| |
[pagina 123]
| |
‘Kinderen,’ smeekte hij, ‘ik zal zelf aanwijzen waar het geld ligt, het zilver en al het andere, maar maak me niet dood. Waarom zouden jullie me dood maken?... Ik heb vrouw en kinderen...’ Dat hielp allemaal niet. Ze pakten alles en sloegen hem als razenden, sloegen hem in zijn lenden en in zijn maag. Hij huilde, smeekte en ze sloegen maar door. Eén van die knullen kende hij en hij keerde zich tot hem om erbarmen: ‘Vasilenko, je kent me toch... je vader werkte in mijn winkel, zeg eens: heb ik hem niet betaald? Hij verdiende goed bij mij... Vasilenko... Vasilenko... help! help! red me...’ Een klap in de hartstreek onderbrak zijn smeken. Twee knullen waren bovenop hem gaan zitten en drukten hun knieën in zijn maag. Vasilenko, een kleine magere lummel met een zuur gezicht en grijze oogjes glimlachte arrogant en zei: ‘Nou en? Betaald, en wat dan nog. Mijn vader werkte en jij betaalde. Ja, ja! Dat had er nog bij moeten komen, dat je niet had betaald!’ Toch vond hij het wel mooi dat reb Sjachne hem om hulp smeekte. Hij zei tegen de anderen: ‘Kom jongens, genoeg, laat dat wrak in leven. Jullie zien toch dat hij nog nauwelijks ademhaalt...’ Stuk voor stuk lieten ze hun slachtoffer voor wat het was, liepen naar buiten en maakten op hun weg het huisraad kapot dat ze eerst nog heel hadden gelaten. ‘Zo Sjachne, je hebt het aan mij te danken dat je nog leeft,’ zei Vasilenko tegen reb Sjachne die met gebogen hoofd en een vreselijk toegetakeld gezicht moeizaam ademend voor hem stond. ‘De bende zou korte metten met je hebben gemaakt als ik niet...’ Hij wilde weglopen, maar plotseling schoot hem iets te binnen. ‘Zeg,’ zei hij tegen reb Sjachne, terwijl hij z'n hand uitstak, ‘geef een kus.’ Reb Sjachne sloeg zijn bloeddoorlopen ogen op en wierp een verwarde blik op hem. Hij begreep het niet. Vasilenko's gezicht betrok. ‘Je hoort me toch wel, of niet! Een kus, zeg ik!’ Twee van de knullen waren in de deur blijven staan, nieuwsgierig naar wat er gaande was. Reb Sjachne keek Vasilenko zwijgend aan. Vasilenko ergerde zich groen en geel. ‘Jij met je joodse bek,’ zei hij tandenknarsend en gaf reb Sjachne met z'n vlakke hand een klap in het gezicht. ‘Waar wacht je nog op?... Hé, jongens kom eens hier!... Zet hem maar aan het werk, als hij zo'n mooie sinjeur is, moet hij maar eens mijn voeten kus- | |
[pagina 124]
| |
sen, zo niet...’ Hij ging op een stoel zitten. De knullen grepen reb Sjachne beet en smeten hem voor de voeten van Vasilenko. ‘Trek uit!’ beval Vasilenko, terwijl hij hem met zijn laars een schop tegen zijn tanden gaf. Reb Sjachne trok langzaam de laars uit. ‘Kus!’ Een rode vieze voet met een doordringende zweetgeur en een kapotgeslagen gezicht met een lange eerbiedwaardige donkere baard bevonden zich recht tegenover elkaar. Gek genoeg hadden de bendejongens zich weinig bekommerd om die baard. Ze hadden er alleen hier en daar wat haren uit getrokken, maar hij had nog steeds de imposante uitdrukkingskracht van een volwassen joodse man van aanzien. Vasilenko's groene, zure gezicht met de grijze ogen keek op hem neer. ‘Kussen, zeg ik!’ Het bevel ging gepaard met nog een klap. Een moment bleef het stil in de kamer, niemand verroerde zich. Toen boog reb Sjachne zijn hoofd wat omlaag. Vasilenko slaakte een verschrikkelijke, snerpende kreet. Alle tenen en een flink deel van de voet waren in de mond van reb Sjachne verdwenen. De twee rijen tanden hadden zich diep in het zweterige vlees geplant. Wat erna gebeurde was waanzinnig en benauwend als een verwarrende boze droom. De knullen schopten reb Sjachne met hun laarzen zo hevig in zijn lenden dat elke trap hard en dof klonk, alsof ze tegen een vat schopten. Ze trokken zijn baard uit met hele plukken tegelijk, staken hun vingers in zijn ogen en wrongen ze eruit; ze zochten de gevoeligste plekken van het lichaam om er stukken af te rukken. Het lichaam beefde, sidderde, wentelde en wrong zich. De twee rijen tanden beten steeds krampachtiger op elkaar, plantten zich steeds dieper; er kraakte iets binnenin de voet: de tanden, de beentjes of beide tegelijk. De hele tijd schreeuwde Vasilenko waanzinnig, als een varken dat wordt afgemaakt. De beide knullen beseften niet hoe lang het duurde. Ze kwamen pas bij hun positieven toen ze merkten dat reb Sjachnes lichaam al niet meer bewoog, en toen ze een blik wierpen op zijn gezicht, begonnen ze over heel hun lichaam te beven. De uitgerukte ogen bungelden naast de bloederige, grote, ronde, kleverige kassen. Het gezicht was niet herkenbaar meer. De baard plakte in natte bloederige verwarde plukken aan elkaar. De | |
[pagina 125]
| |
dode tanden met het stuk voet ertussen grijnsden als een dode wolf. Vasilenko bewoog nog steeds wild, niet meer op de stoel maar op de grond. Zijn lichaam kronkelde als een slang, uit zijn keel kwamen moeizaam hese langgerekte klanken. Zijn grijze ogen puilden uit, mat en glazig. Hij had duidelijk zijn verstand verloren. Met een schreeuw van afgrijzen, ‘God beware!’, renden de twee knullen het huis uit. In de straat woedde het tumult van de pogrom en tussen de verschillende stemmen hoorde niemand het zwakke gekreun van een levende die een langzame dood stierf tussen de tanden van een dode. |
|