De Tweede Ronde. Jaargang 21(2000)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 167] [p. 167] Het gif van Venus El. 9 Alexander Smarius (Vertaling Jan Pieter Guépin) Geef je je, jongen, zo aan lusteloosheid over, en smacht je vruchteloos op 't ongedeelde bed, omdat een vrouw je vals terzijde heeft geschoven, ‘niets is het leven waard, niets echt’, zo zie je het? 5[regelnummer] Dit echter is de les en 's levens samenvatting: het leert ons het verlies van alles wat je hebt; 't verdriet dat liefde baart is volgens mijn opvatting de gave van de jeugd, was 'k daar nog mee behept! Omdat ik ouder word heb 'k afgeleerd te lijden, 10[regelnummer] mijn wilde liefdesbrand is langzaam uitgeblust. Eens was Hij minder slecht, in meer naïeve tijden, 'k was zeven toen ik 't eerst een meisje heb gekust. Ik weet nog hoe mijn hart mij helemaal verhitte, omdat ze blij was dat ik haar zo aardig vond. 15[regelnummer] Het was een spelletje om hand in hand te zitten, de Jongen zelf sprong toen nog tussen ons in 't rond. Veneris venenum Sic te desidiae lugendo tradis ineptae, O puer, et vacuo languida membra toro? Num periura tuos mulier fastidit amores, Qua sine, quod vivas, nil superesse putas? 5[regelnummer] Principium tamen hoc vitae. Non vixeris ullus Si non quicquid habes perdere vita docet. At quern gignit amor, dolor est dos summa iuventae - A possem lacrimas participare tuas. Nam tantum sentire malum nos dedocet aetas: 10[regelnummer] Efferus obtundit quem semel ussit amor. Olim non nocuit. Vix aevi Septimus annus Actus erat, cum me prima puella capit. Quam bene cor totos memini micuisse per artus! Nec nolens animum sensit amica meum. 15[regelnummer] Ludus erat iunxisse manus curamque fateri, Inter nos teneros lusit et ipse Puer. [pagina 168] [p. 168] [Nederlands] Wat een geluksgevoel! Dat waren Gouden Tijden! Toen wist ik hoe het zat, verliefdheid was nog schoon. De dagen leken ons onmerkbaar te verglijden, 20[regelnummer] en beiderlei gevoel was voor ons zelf gewoon, toen was ons nog genoeg een tedere omhelzing, we kenden nog alleen een kusje op de wang. Tot de Godin vanuit haar vieze schuilhoek opspringt, Venus, die oorlog voert met ongekende drang; 25[regelnummer] ze wist Cupido's pijl met nieuw vergif te smeren, met het gevolg dat nu de liefde samengaat met haat. Zo dort Venus arglistig die haar eren, ik word lichtzinnig nu de zin mij tegenstaat. Dit is Venus, op die manier maakt zij volwassen, 30[regelnummer] dus geef je desondanks maar over, kind, gedwee. Vooruit dan, laat je traan zo van je wangen wassen, zo, denk ik, vloeit een deel weg van je ziel ermee. Straks is er maar één smart; dat het aan smart je schort; dat is de laatste grond waarom ik tranen stort. [Latijn] O nos felices! O aetas aurea nobis! Is docuit vera quid sit amare fide. Tunc sol candidior, tunc tempus lentius ibat, 20[regelnummer] Tunc simplex quicquid sensimus omne fuit; Tunc tener amplexus rudibus suffecit in ulnis, Oscula tunc solis nota fuere genis. Donec ab ignotis dea prodiit ista latebris Quae moveat saevo bella furore Venus: 25[regelnummer] Imbuit illa novo puerilia tela veneno, Ut nos hinc odio mixtus adurat amor. Sic Venus ancipites siccat vesana medullas, Cogimur et vacuis sensibus esse leves. Haec Venus est, hoc te iam numine reddet adultum, 30[regelnummer] Huic, licet invitus, te quoque subde, puer. Verum age. dum licitum est, lacrimis exstingue calores: Sic, puto, pars animae defluet ecce tuae. Mox dolor unus erit: vix iam sentire dolorem. Hoc superest lacrimis ultima causa meis. Vorige Volgende