De Tweede Ronde. Jaargang 21(2000)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 137] [p. 137] Aan de jaloezie Luis de Góngora y Argote (Vertaling Catharina Blaauwendraad) O nevel die de helderheid verstoort, jij helse furie, jij serpent vilein, jij adder vol van dodelijk venijn, verstopt in geurig groen dat zo bekoort! O gif dat zelfs in Amor's nectar moordt, in een kristallen glas van schone schijn! Zwaard boven mij dat, aan een haar zo fijn, weert wat door liefde zelf wordt aangespoord! O jaloezie, jij beul van het geluk! Maak dat je naar je sombere gewelf, of (als je past) naar 't spokenrijk verdwijnt! Maar 't is te krap: aan jou komt nooit een eind, al vreet je dan voortdurend aan jezelf. Zelfs voor de hel ben jij te groot van stuk. A los celos ¡Oh niebla del estado más sereno, Furia infernal, serpiente mal nacida! ¡Oh ponzoñosa víbora escondida De verde prado en oloroso seno! ¡Oh entre el néctar de Amor mortal veneno, Que en vaso de cristal quitas la vida! ¡Oh espada sobre mí de un pelo asida, De la amorosa espuela duro freno! ¡Oh celo, del favor verdugo eterno!, Vuélvete al lugar triste donde estabas, O al reino (si allá cabes) del espanto; Mas no cabrás allá, que pues ha tanto Que comes de ti mesmo y no te acabas, Mayor debes de ser que e] mismo infierno. Vorige Volgende