De Tweede Ronde. Jaargang 21(2000)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 136] [p. 136] Sonnet XXXI Garcilaso de la Vega (Vertaling Catharina Blaauwendraad) Diep in mijn ziel werd door mij voortgebracht een zoete liefde. Meer dan goedgekeurd door mijn gevoel, viel 't welkom haar te beurt als van een enig kind, met vreugd verwacht. Maar uit haar sproot een zoon, die wat ik dacht van liefde heeft bedorven en besmeurd, en in zijn barre stroom heeft meegesleurd wat mij aanvankelijk in verrukking bracht. Meedogenloze kleinzoon, vaders hoeder, grootvaders moordenaar! Zeg hoe het kan dat jij zo weinig naar je ouders aardt? Jaloerse angst, op wie gelijk je dan, dat zelfs Invidia, jouw wrede moeder 't gedrocht verafschuwt dat zij heeft gebaard! Soneto XXXI Dentro de mi alma fue de mí engendrado un dulce amor, y de mi sentimiento tan aprobado fue su nacimiento como de un solo hijo deseado; mas luego de él nació quien ha estragado del todo el amoroso pensamiento: que en áspero rigor y en gran tormento los primeros deleites ha tornado. ¡Oh crudo nieto, que das vida al padre, y matas al abuelo! ¿por qué creces tan disconforme a aquel de que has nacido? ¡Oh, celoso temor! ¿a quién pareces? ¡que la envidia, tu propia y fiera madre, se espanta en ver el monstruo que ha parido! Vorige Volgende