Uit: Een blauw boek IGa naar voetnoot*
August Strindberg
(Vertaling Lisette Keusterman)
Benijd niemand!
De leraar sprak: Benijd niemand! Ik was een kind, uitbesteed op het land, in schamele omstandigheden, ik woonde vrijwel in een hut, at uit stenen schotels, zat op houten banken. Maar in de buurt stond een kasteel, een echt kasteel met geschilderde koningen in de vestibule, dat waren de voorvaderen van de jonge graaf. Op een zondag werden wij er toegelaten, eerst in het kasteel en vervolgens in de tuin; dat was het paradijs; wij mochten zwemmen en nadien kersen plukken, zwart als bloed, goudgeel, vuurrood; de graaf keek toe, maar at niet; hij was zeker verzadigd. Daarna namen we afscheid en was het paradijs voor ons gesloten. Vijftig jaar later zag ik het portret van de jonge graaf en vernam zijn levensverhaal. Hij zag er ongelukkig uit, wanhopig, alsof hij van alles walgde. En hij had het bitterste van het leven geproefd, tot kortstondige armoede toe. Want hij werd onder curatele gesteld en zat tien jaar in het buitenland, in een pension dat zijn schuldeisers betaalden, en dat alles met zijn gezin, inclusief een echtgenote die het paradijs was ingetrouwd, maar er meteen uit werd verdreven. Van de man was niets terechtgekomen, hij had niets uitgevoerd - hij kon niets, behalve op maaltijden wachten. Hij had renpaarden gehouden en jachtpartijen, hij had gegokt en geld geleend; truffels gegeten en dure wijnen gedronken, maar op zijn veertigste moest hij daarmee ophouden, want hij kreeg een rode neus en pijn in zijn grote teen. Over de tragedies in zijn familiegeschiedenis wil ik het niet hebben. Nu is hij schatrijk, maar eenzaam, en voedt de kinderen op die zijn huishoudster heeft en die de zijne zijn, maar zijn naam niet mogen dragen, 's Avonds eet hij meelpap en om half tien gaat hij naar bed. De wijnkelder durft hij niet aan te spreken, want dan begint die grote teen weer. Het enige betrekkelijke geluk dat hij kent is dat hij nog wandelingen kan maken zodat hij pap kan eten en van zijn nachtrust genieten. Benijd niemand!