Ik wilde vragen wat die momenten dan wel waren, maar vond dat indiscreet.
Zelf ging hij er ook niet op door, zodat ik veronderstelde dat hij die belangrijkste momenten voor zichzelf wilde houden. Misschien zou ik dat zelf ook wel doen, omdat ik anders het gevoel had dat iemand er met mijn leven vandoor ging.
Mijn vriend staarde naar het stof dat in het zonlicht boven ons tafeltje dwarrelde.
‘Weet je wat vreemd is?’ vroeg hij.
‘Nee.’
‘Toen ik weer in rustig vaarwater zat en dat schip in de verte zag verdwijnen, toen voelde ik me heel rijk.’
‘Rijk?’
‘Ja. Alsof ik iets heel essentieels cadeau had gekregen.’
‘Je leven.’
‘Ook. Maar vooral wat het leven de moeite waard had gemaakt. Dat waren namelijk die momenten.’
‘Geen mislukkingen? Je zag geen dingen die fout waren gelopen?’
‘Nee. Het leek wel alsof ik ervan doordrongen werd dat ik niet voor niets had geleefd. Misschien is het zo dat als je afscheid moet nemen van je leven en je hebt het geluk dat dit afscheid even duurt, in ieder geval een paar seconden of voor mijn part een fractie van een seconde, dat het afscheid altijd een zekere...’ Hij aarzelde even. Zijn vinger tekende langzaam een cirkel op het tafelblad. ‘Ja, een zekere kwaliteit heeft.’
Hij lachte verontschuldigend.
We zijn geen vrienden die vaak dit soort gesprekken voeren.
Ik ben nooit jaloers op anderen. Ik geloof dat ik iemand ben die iedereen altijd het allerbeste gunt. Nu was ik echter wel jaloers. Op mijn vriend die ineens wist wat er in zijn leven belangrijk was geweest. Ik was ervan overtuigd: dat verandert de rest van je leven.
Als je jaloers bent op wat iemand bezit, kun je je best doen dat ook te bezitten. Soms lukt dat. Je jaloezie geeft je dan een doel. Misschien maakt dat je leven tot op zekere hoogte nuttig.
Dit was anders. Ik kon moeilijk momenten najagen waarop ik bijna dood zou zijn. Ik was daar zelfs bang voor. Niet voor het aangezicht van de dood, maar voor de verbijsterende omstandigheid dat zich dan misschien geen enkel belangrijk moment zou aandienen.