De Tweede Ronde. Jaargang 20
(1999)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 109]
| |
Een laagje zand
| |
[pagina 110]
| |
bekeek, net als de aquarellen en oude gravures in de gangen, die oom bij bepaalde antiquairs in Parijs of Alexandrië opduikelde; trouw bracht hij daar twee, drie keer per jaar de winst van de houthandel naartoe. Of ik ging zijn eigen kamer binnen, een kamer vol boeken en tijdschriften, met op het nachtkastje een kleine lamp die je boven aan de bladzijden van het boek kon klemmen om het licht alleen daarop te laten schijnen; daarnaast stond het smalle, ascetische bed, met een donkerbruine deken, terwijl tantes bed breed was, met een donzen matras en kantwerk. Andere keren, 's avonds of 's ochtends, wanneer tante nog sliep of uit winkelen was, daalde ik af naar de bibliotheek, waar Mitsos heel zijn hunkering naar de letterkunde had ondergebracht. De bibliotheek was van eikenhout, met zware, oranjezijden gordijnen, die het licht dempten; daar waren historische en literaire werken verzameld, maar vooral ook verhalen van reizigers die naar de Heilige Plaatsen gingen, naar Libanon, Cyprus, sommige op perkament, andere met oude jaartallen; ik had de Latijnse jaartallen leren lezen, 1687 Venetië, die hele oude hadden ook een eigen geur. Veel boeken stuurde oom naar Athene om ze te laten restaureren en binden; ze keerden terug met figuren op het leer en gouden letters op de rug. Op zekere dag, toen ik daar in boeken zat te bladeren, trof ik er eentje met kleine blauwe en bruinrode tekeningen, dadelpalmen, meanders, balkons, ter verluchting van een aantal wonderlijke gedichten; ik zat toen nog maar pas op het gymnasium en voelde een heimelijk genot bij het lezen ervan. Wanneer er niemand thuis was, maakte ik er zelfs een gewoonte van naar de bibliotheek af te dalen om die gedichten te lezen, enkel maar díe; daarna begon ik ze in een schrift over te schrijven, in het begin heel getrouw, later met eigen veranderingen erin, en die veranderingen zag ik als schrijfsels van mijzelf. Zo begon ik te schrijven. Enkele jaren later gaf Mitsos mij het boek cadeau, met de gedichten van Kavafis, de eerste uitgave van zijn werk, uit 1935, met de tekeningen van Takis Kalmouchos. Het is ook het enige boek uit de bibliotheek dat er nog is; sinds 1974, toen het Turkse leger Famagusta binnenviel, hebben we nooit meer iets gehoord, niet over het huis en niet over de boeken. Het enige wat vaststaat is dat de omgeving daar niet opnieuw bewoond is; de veranda zal wel door gras overwoekerd zijn en de boeken, als ze er nog zijn, zullen wel bedekt zijn onder een laagje zand. |
|