De Tweede Ronde. Jaargang 20(1999)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] Twee gedichten Hein Walter In de put, als een surprise gevangen, onder de wereld gevallen, als Jozef of zo, dan heb je zoveel verloren dat je niets meer kunt verliezen. De tijd loopt rondjes wacht om het gat waarin de lucht van licht tot nacht te zien is. In het donker zie je er voorbij: sterren, planeten; dan zijn je ogen vrij en droom je dat je de schenker laat leven en de bakker doodt. Plots valt er een steentje bij je op de grond, een zaadje hoop, dat ontkiemt in vruchtbare aarde. * Een steen doet zich niet anders voor dan hij is: van buiten is hij even steen als van binnen. Hoe anders is een mens: zijn beet is van het beest, zijn aai is soms goed, soms kwaad; zijn lachje hachje is angsthard, zijn kus kan een mond vol tanden zijn. Zijn bikkele kunst is dansje leven. De steen in het water maakt kringen die in elkaar passen als Petroesjka's. En de mens: zijn kringen in de tijd worden wel groter en groter, maar zijn soms vierkant tegen zichzelf. Vorige Volgende