De Tweede Ronde. Jaargang 20(1999)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Twee gedichten Jaap Tempelman Mevrouw Dam Wij horen haar en zien de straten niet waardoor zij liep en nu in haar verhaal gaat zij er weer opnieuw. Al tachtig jaar een kind met rode strikken in het haar dat zich nog niet vergist. Wij horen haar. De meubels staan al zestig jaar geschikt. Bekleding slijt maar houdt onloochenbaar de stijl van wat zij in een kast bewaart. De kamer heeft een grijze geur gespaard. Een oud tapijt, tot op de nerven kaal. Je hoort het allemaal maar luistert niet. Terwijl je al verveeld naar buiten staart, ziet zij de dag weer stralend opengaan. Een meisje in het wit dat rozen draagt met aan haar zij de dode die zij kiest. [pagina 34] [p. 34] Vrouwen Meisjes die tegen de harde wind in fietsen, hun haar stroomt bij vlagen achter hen aan. Wat nog ontluiken moet is al een lange dag naar school gegaan. Verveeld komen ze thuis. De reusachtige boeken die ze moeten lezen. Hun ftine vingers moeten dingen schrijven die ze niet verzinnen willen. Met hun buik ligen ze op bed en wiebelen op de muziek. Ze worden onverwacht vrouw. Kennis versmelt, woorden vloeien uit. Vrouwen bestaan zo fel doordat ze meisje blijven, ook in een nacht als de wind opsteekt en oude dromen breekt. Vorige Volgende