[De Tweede Ronde 1999, nummer 4]
Voorwoord
Al meermalen heeft DTR een nummer gewijd aan de Nieuw-Griekse literatuur; het waren steeds opmerkelijke nummers, dankzij de enthousiaste inzet van Hero Hokwerda, vast gastredacteur voor Griekenland, en van onze betreurde Marko Fondse die sinds 1984 op Hydra woonde en contacten onderhield met Griekse dichters. Hij is in dit nummer nog vertegenwoordigd met poëzievertalingen en twee persoonlijke ontboezemingen in Essay, die een goed inzicht geven in zijn gewetensvolle manier van vertalen. Bij wijze van speciale hommage heeft Hokwerda twee van Fondses eigen gedichten in het Grieks vertaald (in Vertaalde poëzie).
In Vertaald proza vijf verrassende verhalen (van Akrívos, Grigoriadis, Kaloutsas, Marangoú en Voutyrás); in Vertaalde poëzie, afgezien van Μάρκο Φόντσε, werk van Charalambídis, Dimoulá, Ganás, Kavafis (twee rijmende vertalingen!), Kondos, Ritsos, Sinópoulos en Vayenás. Sinópoulos is het ruimst vertegenwoordigd, met zijn lange en prestigieuze Elpenor-cyclus. In Essay geeft Hokwerda informatie over thema en uitwerking van die cyclus, waarbij hij ook het werk van Ritsos en Seferis betrekt. In Essay verder nog: Mario Molegraaf over Plato en Kavafis.
Voor het overige is er Nederlands proza, Nederlandse poëzie en Light Verse van onze vaste medewerkers. Wij begroeten Leo Stilma die in dit nummer debuteert.
Redactie