De Tweede Ronde. Jaargang 20(1999)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Twee gedichten Kees Jiskoot Klassiek kamperen De Profundis. Ps. 130 Klam is de slaapzak en kil, spierpijn van schedel tot bil; Jupiter slingert zijn schicht: donder en bliksem en licht; Pluvius, incontinent, watert precies op mijn tent; Aeolus' giftige winden weten me feilloos te vinden; Venus, zo kuis als de maan, wakkert mijn lusten niet aan; Bacchus schonk wijn noch genoegen: dicht waren knijpjes en kroegen; Thialf, de god van de kou, toont me zijn ijzige klauw; enige bijstand verlenen Muzen noch Pallas Athene; Morpheus heeft denkelijk vrij: sluimeren is er niet bij. God aller goden, o Zeus, haal uw collega's naar huis! Eerder verkies ik de hel van een vijfsterrenhotel, dan dat ik ooit nog een uur slaap in de vrije natuur. [pagina 50] [p. 50] Rijtjes Voor Peter Verstegen Verdwenen is de meester die ons rijtjes leerde, Dales, bij aardrijkskunde-, botanie-, geschiedenis- en taalles. Verdwenen is de holenbeer, alom, zelfs in een uithoek als Hoogezand en Sappemeer, als Wildervank en Zuidbroek. Verdwenen, de gargantua uit berg en dal en kali op Timor, Flores, Soembawa, en Soemba, Lombok, Bali. Verdwenen, even verderop, de sabeltandhyena, die eertijds rondzwierf langs de Ob, de Jenisej, de Lena. Present, nog niet in rijtjes thuis behorend: mantelmieren en, in hun sober rijtjeshuis, de grachtengordeldieren. Vorige Volgende