De Tweede Ronde. Jaargang 20(1999)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Nederlandse poëzie [pagina 24] [p. 24] Vier gedichten Bernd Bevers Beschermengelen Je kreeg er drie. Twee aan het hoofdeinde en één bij de voeten. En als het stil was kon je soms het geritsel van de vleugels horen en van wat een gezicht leek de bleke vlek zien, zwevend in een hoek van de donkere kamer. Op precies dezelfde plaats waar 's ochtends een grijs straaltje daglicht door een kier in het gordijn naar binnen zou vallen op de stoel met kleren. Die dag vond je ook het konijn dat je nog gekend had; naakt en ondersteboven aan de deur van de schuur hangend, de ster van bloed in de sneeuw eronder. Alleen zijn kleine sokjes van bont had het aan mogen houden. Niet genoeg om het te beschermen tijdens de lange, barre reis die het zou gaan ondernemen in een poging de hemel te bereiken. [pagina 25] [p. 25] Het moet in het jaar 1965 zijn geweest. Het televisiemeubel was net van de ene kant naar de andere kant van de kamer gesleept. Bloed toonde zwart op sneeuw en vlees, onkruid schoot op in het licht van de tijd. Het moet in de winter zijn geweest want ik herinner me sneeuw, een dik pak op de keukenvensterbank en mijn moeder op haar ellebogen rustend boven het kruis- woordraadsel in de krant. En achter het huis die glasheldere, monotone stilte, kilometers hoog en wijd in het rond. Het droge knappen van bevroren hout in de donkere kamers van het bos. En achter het huis sporen van vogelpootjes in de afdrukken van rubberlaarzen. En een man die vraagt of ik zijn kind zou willen zijn. [pagina 26] [p. 26] Zaterdagmiddag, hartje stad. Een plein, omringd door oude gevels, hoekig en gedecoreerd als de schouders van generaals. De hemel heeft voor de gelegenheid de kleur van afwaswater aangenomen. Een reeks wolken imiteert geloofwaardig de contouren van een ribbenkast. Draaiorgelmuziek weet een hond tot een pirouette te verleiden naast wat hij aan de voet van een monument heeft neergelegd. Rond kinderpolsen geknoopt dansen ballonnen met de portretten van hun favorieten uit de wereld van handel, politiek en sport. In het dialect van de honger bestookt een peloton meeuwen de viskraam met vragen en in een etalage zien we in twintigvoud gestapeld voorradig: de eeuwigdurende herhaling van het laatste doelpunt. Verhuizing Zeepresten in de gootsteen, krullend haar in het afvoerputje van de douche. Een rafelig washandje symboliseert de vlag van de capitulatie. In schuin naar binnen vallend zonlicht dwarrelen stofdeeltjes met eindelijk tijd genoeg om te landen. Spijkergaten duiden op de afwezigheid van een prent, de kleine lamp naast het bed, de verjaardagskalender met een handvol namen. Door openstaande deuren kijken de kamers verbaasd naar elkaar. Zo blijft een huis alleen achter na het vertrek van wie dachten er altijd wel te zullen zijn of tenminste tot een volgend leven. In het versleten vloerkleed de afdrukken van meubels die dezelfde mening waren toegedaan. Hier stond de tafel waaraan we dronken en lachten, luisterend naar de vogelstemmen in het zomeravondraam. En hier de stoel waarin je zei: het is voorbij. Op de vensterbank ligt een vlieg op haar rug, met al haar pootjes trappend in de leegte. Vorige Volgende