De Tweede Ronde. Jaargang 20
(1999)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 159]
| |
Drie gedichten
| |
Não discutonão discuto
com o destino
o que pintar
eu assino
| |
[pagina 160]
| |
Voldoende liefdeToen ik jou zag
kreeg ik een briljant idee
alsof mijn blik een
diamant binnenging
en ik in een seconde
duizend gezichten ving
een ogenblik voldoet
jij hebt liefde in overvloed
een goed gedicht
vergt jaren
vijf jaar voetballen,
nog eens vijf voor de studie Sanskriet,
zes jaar hard ploeteren
negen om de buurvrouw te beminnen,
zeven jaar op je donder krijgen,
vier jaar eenzaamheid,
tien om van onderwerp te veranderen,
en een eeuwigheid van jij en ik,
samen optrekken.
| |
Amor bastantequando eu vi você
tive uma idéia brilhante
foi como se eu olhasse
de dentro de um diamante
e meu olho ganhasse
mil faces num só instante
basta um instante
e você tem amor bastante
um bom poema
leva anos
cinco jogando bola,
mais cinco estudando sânscrito,
seis carregando pedra,
nove namorando a vizinha,
sete levando porrada,
quatro andando sozinho,
três mudando de cidade,
dez trocando de assunto,
uma eternidade, eu e você,
caminhando junto
| |
[pagina 161]
| |
Is het echt uit als het uit is?Vroeger ging je mooi dood.
Laten we zeggen rond 1907,
nou, dat was pas doodgaan.
Dagelijks gingen er mensen dood,
en doodgaan kon mensen bekoren,
want je wist van te voren
dat ooit na het Laatste Oordeel
iedereen zou worden herboren.
Doodgaan kon je aan vrijwel alles.
Aan ziekte, in het kraambed, aan hoest.
Je ging toen nog dood aan de liefde,
alsof je aan liefde sterven moest.
Je kon al doodgaan van schrik,
een wapperende zakdoek, een zucht, en klaar,
daar ging onze geliefde dooie
de grond in, voeten bij elkaar.
Verjaardagen, huwelijk, doop
en doodgaan waren een soort feest,
het hoorde bij het leven,
en vooral of je er wél of níet bij was geweest.
Schandalen konden niet ontbreken.
Maar de schade bleef beperkt.
Hij ruste. Is heengegaan. God hebbe.
Altijd stond er wel iemand te preken
en zei: het is Gods werk.
Van sommige dingen ging je zeker dood.
Komkommer met melk, kwade dampen,
de vloek van een heks, liefdesrampen.
Zo waren er dingen waar je dood aan moest gaan,
en dingen waarvoor je moest moorden.
| |
O que passou, passou?Antigamente, se morria.
1907, digamos, aquilo sim
é que era morrer.
Morria genie todo dia,
e morria com muito prazer,
já que todo mundo sabia
que o Juizo, afinal, viria,
e todo mundo ia renascer.
Morria-se praticamente de tudo.
De doença, de parto, de tosse.
E ainda se morria de amor,
come se amar morte fosse.
Pra morrer, bastava um susto,
um lenço no vento, um suspiro e pronto,
Já se ia nosso defunto
para a terra dos pés juntos.
Dia de anos, casamento, batizado,
morrer era um tipo de festa,
uma das coisas da vida,
como ser ou não ser convidado.
O escândalo era de praxe.
Mas os danos eram pequenos.
Descansou. Partiu. Deus o tenha.
Sempre alguém tinha uma frase
que deixava aquilo mais ou menos.
Tinha coisas que matavam na certa.
Pepino com leite, vento encanado,
praga de velha e amor mal-curado.
Tinha coisas que tem que morrer,
tinha coisas que tem que matar.
| |
[pagina 162]
| |
[Nederlands]Om eer, om grond en om bloed
zijn er heel wat de pijp uit gegaan.
Wat kon een oud mens anders doen,
toentertijd, zeg 1916,
dan longontsteking krijgen,
alles aan de kinderen overdoen
en zich als foto in laten lijsten?
Niemand had het eeuwige leven.
Tenslotte was het leven een hik.
Dat was het dan. Een ogenblik.
Maar we stellen geen schuldvraag.
Of had je wat meer kunnen bidden
tot de heilige Ignatius van Acapulco
of het Kindje Jezus uit Praag?
De duivel loopt los.
Wie hier zondigt is ook de klos.
Hij at en schoor zijn kin,
nam een bad en ging heen op de wind.
Hij heeft niets meer te klagen.
Tijd om naar het testament te vragen.
Nu is doodgaan geen simpele zaak.
Met zoveel middelen, gestichten en pillen
heeft de dood minder te willen.
En komt de nood echt aan de man,
dan heeft de wetenschap die zoveel kan
iets heel speciaals geschapen:
Een leven van alleen maar slapen.
| |
[Portugees]A honra, a terra en o sangue
mandou muita gente praquele lugar.
Que mais podia um velho fazer,
nos idos de 1916,
a não ser pegar pneumonia,
deixar tudo para os filhos
e virar fotografia?
Ninguém vivia pra sempre.
Afinal, a vida é um upa.
Não deu pra ir mais além.
Mas ninguém tem culpa.
Quem mandou não ser devoto
de Santo Inâcio de Acapulco,
Menino Jesus de Praga?
O diabo anda solto.
Aqui se faz, aqui se paga.
Almoçou e fez a barba,
tomou banho e foi no vento.
Não tem o que reclamar.
Agora, vamos ao testamento.
Hoje, a morte está dificil.
Tem recursos, tem asilos, tem remédios.
Agora, a morte tem limites.
E, em caso de necessidade,
a ciência da eternidade
inventou a criônica.
Hoje, sim, pessoal, a vida é crônica.
|
|