De Tweede Ronde. Jaargang 20
(1999)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 153]
| |
Twee gedichten
| |
O galo no salão quieto.Galo galo
de alarmante crista, guerreiro,
medieval.
De córneo bico e
esporões, armado
contra a morte,
passeia.
Mede os passos. Pára.
Inclina a cabeça coroada
dentro do silêncio:
- que faço entre coisas?
- de que me defendo?
Anda.
No saguão.
O cimento esquece
o seu último passo.
Galo: as penas que
florescem da carne silenciosa
e duro bico e as unhas e o olho
sem amor. Grave
solidez.
Em que se apóia
tal arquitetura?
| |
[pagina 154]
| |
[Nederlands]Zou hij weten dat in het binnenste
van zijn lijf, een schreeuw
ontstaat?
Hoe moet je, trouwens,
na afloop,
die verplichte
kraai begrijpen?
Daar klapt hij met zijn vleugels, hij
gaat sterven, buigt zijn duizelingwekkende hals
waaruit de schorre schreeuw weerklinkt
Maar de steen, de dag,
en de woeste haan zelf
weerstaan de schreeuw.
Zo zie je: kraaien is nutteloos.
De haan blijft - ondanks
al dat krijgshaftig vertoon -
alleen, verlaten,
op een binnenplaats ergens op de wereld.
Arme oorlogsvogel!
Nu groeit er een volgende kreet
in zijn geheime
binnenste; een schreeuw
die, zonder veren
en sporen en kam
en bovenal die blik
vol haat,
niet zo rauw
en bloedig zou zijn.
Een schreeuw als duistere en
exceptionele vrucht van deze boom: haan.
Maar die, eenmaal geuit,
slechts onderdeel van de dageraad is.
| |
[Portugees]Saberá que, no centro
de seu corpo, um grito
se elabora?
Como, porém, conter,
uma vez concluído,
o canto obrigatório?
Eis que bate as asas, vai
morrer, encurva o vertiginoso pescoço
donde o canto rubro escoa
Mas a pedra, a tarde,
o próprio feroz galo
subsistem ao grito.
Vê-se: o canto é inútil.
O galo permanece - apesar
de todo o seu porte marcial -
só, desamparado,
num saguão do mundo.
Pobre ave guerreira!
Outro grito cresce
agora no sigilo
de seu corpo; grito
que, sem essas penas
e esporões e crista
e sobretudo sem esse olhar
de ódio,
não seria tão rouco
e sangrento.
Grito, fruto obscuro
e extremo dessa árvore: galo.
Mas que, fora dele,
é mero complemento de auroras.
| |
[pagina 155]
| |
Zittende manAchterover geleund op deze bank
in de middag
in een uithoek van het zonnestelsel
in Buenos Aires
(mijn ingewanden in de knoop
binnen in mijn buik, benen
onder me gevouwen)
zie ik door het raam van de kamer
een stuk van de stad:
hier zit ik
alleen gesteund door mijzelf
mijn eigen magere lichaam, een mengsel
van zenuwen en botten
levend
bij een temperatuur van 36 en halve graad
en denk aan groene planten
die afgestorven zijn.
| |
Homem sentadoNeste divã recostado
à tarde
num canto do sistema solar
em Buenos Aires
os intestinos dobrados
dentro da barriga, as pernas
sob o corpo)
vejo pelo janelão da sala
parte da cidade:
estou aqui
apoiado apenas em mim mesmo
neste meu corpo magro, mistura
de nervos e ossos
vivendo
à temperatura de 36 graus e meio
lembrando plantas verdes
que já morreram
|
|