De Tweede Ronde. Jaargang 20
(1999)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 123]
| |
Verliefd duifje of: Een liefdesgeschiedenis
| |
[pagina 124]
| |
mooie zwarte meid, zoals de bedrijfsleider terloops vertelde. Een prima kerel, maar hij had geen zitvlees, aan het begin van het jaar was hij buschauffeur geweest, vorige maand werkte hij in een werkplaats aan Praça Marechal Deodoro waar autobanden opgelapt werden en nu werkte hij bij een zaak waar accessoires werden verkocht, op de Guaianazes, vlak bij de hoek met General Osório, hij wist het nummer niet, maar het was niet moeilijk te vinden. Zo gemakkelijk was het nu ook weer niet, dacht ze toen ze hem eindelijk ontdekte, achter in de werkplaats, waar hij een onderdeel aan het polijsten was. Hij herkende haar niet. Waarmee kan ik u van dienst zijn? Ze schoot in de lach, ik ben toch de prinses van São Paulo Chique, weet je nog? Toen wist hij het weer, schudde zijn hoofd van verbazing, geen hond heeft dit adres, hoe bent u erachter gekomen? En hij begeleidde haar naar de deur: hij had het ontzettend druk, niet eens tijd om zich te krabben, maar hij vond het leuk dat ze even langs was geweest, wat was haar telefoonnummer, had ze een potlood bij de hand? Maakt niet uit, hij onthield het wel, hij zou haar binnenkort bellen, oké? Hij belde niet. Ze ging naar de Kerk van de Gehangenen, stak zeven kaarsen aan voor de meest gekwelde zielen en begon met de Wonderbaarlijke Noveen ter ere van de H. Antonius, nadat ze een paar keer had opgebeld, alleen maar om zijn stem te horen. De eerste zaterdag waarop de horoscoop een gunstige dag voorspelde voor wie onder het teken Steenbok geboren was, maakte ze gebruik van de afwezigheid van de eigenares van de salon, die een bruid thuis was gaan kappen, en belde opnieuw. Die keer praatte ze zo zacht dat hij moest schreeuwen of ze luider wilde praten, verdomme, hij hoorde niks. Toen schrok ze zo van zijn geschreeuw dat ze voorzichtig de hoorn op de haak legde. Ze kikkerde pas weer op na een glaasje vermout dat Ronny op de hoek voor haar was gaan halen en toen probeerde ze het nog eens, precies op het moment dat de politie op straat een charge uitvoerde en iedereen aan het raam ging kijken. Ze zei dat ze de prinses van het bal was, ontkende lachend dat ze eerder gebeld had en nodigde hem uit om een heel interessante Braziliaanse film te gaan zien die in de bioscoop op de Sã João draaide, vlak bij zijn werk. De stilte aan de andere kant van de lijn was zo diep dat Ronny haar snel een tweede glaasje toediende: drink wat, schatje, drink, anders val je nog flauw. Volgens mij is de verbinding verbroken, fluisterde ze terwijl ze zich duizelig aan de tafel vasthield. Ga zitten, schat, laat mij voor je bellen, bood hij | |
[pagina 125]
| |
aan terwijl hij de rest van de vermout opdronk, en met zijn mond bijna tegen de hoorn gedrukt, zei hij: met Ronny, een collegaatje van de prinses, weet u, het gaat helemaal niet zo best met haar en daarom bel ik namens haar, nee, God zij dank is het is niets ernstigs, maar die arme meid snakt ernaar om een antwoord van u te horen, logisch toch? Zachtjes, met een grafstem (ongeveer zoals die maffiabazen in de film, het gaat dwars door je heen, zou Ronny achteraf vertellen, met een hemelse blik) had hij doodkalm gevraagd of ze niet meer naar het werk wilden bellen, want de baas was woedend en bovendien (hij begon luider te praten) wilde hij niets met niemand, hij was verloofd, en als ik het ooit in mijn kop zou halen, dan bel ik zelf wel, is dat duidelijk? Laat haar maar wachten, verdomme. Ze wachtte. In die dagen dat ze wachtte, schreef ze hem veertien brieven, negen romantisch geïnspireerde en de rest overgeschreven uit het boek Erotische Correspondentie, van Glenda Edwin, dat Ronny haar had geleend. Met aanbevelingen, want nu, schatje, draait alles om de seks, als hij (wat een prachtige stem heeft hij toch!) Stier is, dan moet je snel uit de kleren, Stieren praten veel over de maan, en over de bootjes, maar wat ze eigenlijk willen is neuken. Ze ondertekende als Verliefd Duifje, maar toen ze de brieven zou versturen, verscheurde ze de erotische en stuurde alleen de andere. In dezelfde periode begon ze een groene trui voor hem te breien, met een dubbele draad (de mussen vielen van het dak, maar in deze stad wist je het nooit) en vroeg twee keer aan Ronny of hij wilde bellen met een verdraaide stem, alsof hij de omroeper van het radioprogramma Intimiteit in de Ether was, om te waarschuwen dat op zus en zo'n tijd, in prime time, het Verliefde Duifje een heel speciale bolero aan hem opdroeg. Hij is een ontzettende macho, merkte Ronny met een nadenkend glimlachje op, nadat hij de hoorn had neergelegd. En pas na heel veel aandringen vertelde hij dat hij briesend van woede had geantwoord dat hij geen enkele klote-bolero wilde horen, vertel haar dat ik op reis ben, dat ik dood ben! Op de avond dat de soapserie eindigde met een dolgelukkige Doutor Amâncio aan Laurinha's zijde, toen na zoveel problemen de ware liefde had overwonnen, droogde ze haar tranen; ze had net de zoom in haar nieuwe jurk gelegd en de volgende dag ging ze eerder weg van het werk met een smoesje over hevige buikkrampen. Ze was eerder weggegaan om hem op te vangen als hij van zijn werk naar huis zou gaan. Het regende zo hard dat ze al doorweekt was toen ze daar aankwam en | |
[pagina 126]
| |
ze had nog maar één kunstwimper op haar linkeroog, die van het rechteroog was door de regen weggespoeld. Hij trok haar onder de paraplu en zei dat hij de pest in had omdat de Corintians hadden verloren en tussen zijn tanden vroeg hij haar bij welke bushalte ze moest zijn. Maar we zouden toch naar de bioscoop kunnen gaan, nodigde zij uit, terwijl ze zich bevend aan zijn arm vastklampte en haar tranen zich vermengden met de regen. In de Conselheiro Crispiano draaide, als ze zich niet vergiste, een heel interessante film, zou hij niet in de bioscoop willen wachten tot de regen voorbij was? Op dat moment stapte hij met zijn ene voet tot zijn enkel in een diepe plas en herhaalde twee keer: Die kankerregen, en duwde haar naar de bomvolle, wasemende bus. Even eerder had hij heel duidelijk in haar oor gefluisterd dat ze hem niet meer lastig moest vallen omdat hij het spuugzat was, hij bedankte haar voor het overhemd, de sleutelhanger, de paaseieren en de doos zakdoeken, maar hij wilde niets met haar omdat hij al een ander had, vergeet me alsjeblieft in vredesnaam, in vredesnaam! Bij de volgende hoek stapte ze uit de bus, nam een andere lijn aan de overkant van de straat en ging weer naar de Kerk van de Gehangenen, waar ze dertien kaarsen brandde, en toen ze thuiskwam, nam ze het gipsen beeld van de H. Antonius, pakte hem het kindje af, stopte hem in de la van de commode en waarschuwde hem dat zolang Antenor geen contact met haar zocht, ze hem niet zou vrijlaten en hij het kindje ook niet terugkreeg. Badend in tranen sliep ze in, een wollen sok om haar hals vanwege de keelpijn, een pasfoto van Antenor (die ze gepikt had van zijn lidmaatschapskaart van São Paulo Chique) met een takje wijnruit onder haar hoofdkussen. Op de dag van het Hortensia Bal kocht ze een entreebewijs voor een heer, gaf de kaartjesverkoper op de Guaianazes een fooi om het entreebewijs naar de werkplaats te brengen en verzocht de eigenaresse van de salon om haar haar te doen zoals dat van Catherine Deneuve op de cover van het laatste nummer van Vidas Secretas. De hele avond hield ze de ingang in de gaten. De volgende middag kocht ze de langspeelplaat Ave Maria van de Verliefden in de opruiming en schreef op een kaartje de zin die Lucinha tegen Mario zei in de scène op het station: Ik hou vandaag meer van je dan gisteren en minder dan morgen, ondertekende met V.D., en nadat ze geld had geleend van Ronny ging ze op het kruispunt vlak bij het huis van Alzira de offergaven brengen om Pai Fuzô gunstig te stemmen en het lot zijn loop te laten hebben: een fles champagne en een pakje | |
[pagina 127]
| |
Minister-sigaretten. Als ze meer magische hulp nodig had, hoefde ze het maar te zeggen, bood Alzira aan. Een voorbeeld? Als ze de bek van een pad dichtnaaide, zou die vent langzamerhand beginnen uit te drogen, en het wegkwijnen zou pas ophouden op de dag dat hij haar zou opzoeken. Dat was altijd raak. Alleen al bij de gedachte om zoiets slechts te doen werd ze depressief, stel je voor, hoe zou ze de man van wie ze zoveel hield zoiets vreselijks kunnen toewensen? De negerin respecteerde haar wens maar adviseerde haar om verse knoflook in haar tasje bij zich te dragen, bij de slaapkamerdeur te hangen en een teentje apart te houden om erin te doen. Erin te doen? Ze stond er versteld van en bleef nog naar andere magische recepten luisteren, alleen maar om het gehoord te hebben, omdat ze voor een meisje dat nog maagd was onmogelijk waren: hoe zou ze ooit een schaamhaar van hem kunnen bemachtigen om die aan een van haar schaamharen vast te knopen en die twee vastgeknoopte haren op het kerkhof te begraven? Op de laatste dag van het jaar, tijdens een pauze die nauwelijks lang genoeg was om een broodje te eten, riep Ronny haar voor een onderonsje, streelde door haar haren (wat zijn ze mooi zacht, schatje! Dat komt zeker door de oliebehandeling?) en nadat hij haar kop koffie uit haar hand had genomen, vertelde hij dat Antenor begin januari zou gaan trouwen. Ze viel ter plekke flauw, op schoot van een klant die onder de droogkap zat. Toen ze thuiskwam, maakte de Portugese buurvrouw een geklutst ei voor haar (meisje, je bent vel over been!) en leerde haar een onfeilbaar huismiddeltje, had ze niet ergens een foto van die kerel? Nou, die moest ze dan op een hart van rood vilt plakken en precies om twaalf uur 's middags moest ze de punt van een stalen schaar drie maal in de borst van die ondankbare vent boren en zeggen: Dinges, dinges, hoe heette hij, Antenor? Nou, dan moest ze wanneer ze zijn borst doorboorde vol overtuiging zeggen: Antenor, Antenor, Antenor, je zult niet eten en niet slapen en geen rust hebben voordat je met me komt praten! Ze bracht bovendien een bordje snoep en zoetigheden voor de H. Cosme en H. Damião naar het gedeelte van het park waar de meeste bloemen stonden (wat helemaal niet eenvoudig was, omdat er in openbare parken geen bloemen stonden en particuliere tuinen omheind waren en door honden werden bewaakt) en probeerde vanuit de verte een blik van hem op te vangen als hij van zijn werk zou komen. Ze zag hem niet omdat (zoals ze van Gilvan hoorde, een heel aardige taxi- | |
[pagina 128]
| |
chauffeur en een vriend van Antenor) hij die middag ging trouwen en na het kerkelijk huwelijk een intiem feestje gaf in de São Paulo Chique club. Deze keer huilde ze niet: ze ging naar de balie ‘Koop op krediet’ van warenhuis Mappin, kocht een karaf voor likeur met bijpassende glazen en schreef een kaartje waarop ze hem alle geluk van de wereld wenste, verzocht Gilvan om het cadeautje te bezorgen en schreef op het zijdepapier van de verpakking met grote letters V.D. (ze had vergeten het kaartje te ondertekenen) en toen ze thuis kwam, dronk ze caustic soda. Toen ze uit het ziekenhuis ontslagen werd, was ze vijf kilo lichter, werd aan de ene kant door Gilvan ondersteund en aan de andere kant door Ronny, de taxi van Gilvan lag vol met cadeautjes die de mensen van de salon haar hadden gestuurd. Het is over, zei ze met een beverig stemmetje tegen Gilvan. Ik denk niet eens meer aan hem, voegde ze eraan toe, maar ze luisterde aandachtig toen Ronny vertelde dat die vent van twaalf-ambachten-dertien-ongelukken nu als chauffeur auto's wegzette op een parkeerplaats in Vila Pompéia, hij dacht in de Rua Tito. Ze schreef hem een briefje waarin ze vertelde dat ze bijna dood was geweest, maar spijt had van haar ondoordachte daad, waardoor ze brandwonden had opgelopen aan haar kin en aan haar been, en dat ze ging trouwen met Gilvan, die erg lief voor haar was geweest toen ze in het ziekenhuis lag en dat hij haar moest vergeven voor alles wat er gebeurd was. Ze had beter dood kunnen gaan, dan was dat gezeik tenminste afgelopen, zou Antenor gezegd hebben toen hij het briefje kreeg, dat hij in duizend snippers scheurde in het bijzijn van een kennis van Ronny, die het nieuwtje doorvertelde op het Sint Jansfeest in São Paulo Chique. Gilvan, Gilvan, jij bent mijn redding, snikte ze tijdens de huwelijksnacht, terwijl ze haar ogen dichtdeed om beter terug te kunnen denken aan die avond toen ze zich aan Antenors arm vastklampte onder de paraplu. Toen ze zwanger raakte, stuurde ze hem een kaart met het beeld van Christus de Verlosser (hij woonde intussen in Piracicaba met zijn vrouw en tweelingdochters) en schreef hem hoe gelukkig ze was in een eenvoudig maar schoon huis, met haar kleurentelevisie, kanarie en het hondje Perereca. Ze ondertekende uit gewoonte met haar naam, maar streepte de handtekening met dunne streepjes door en onder dat netwerk van streepjes schreef ze Verliefd Duifje en tekende ze een hart met een pijl erdoor. Op de dag dat Gilvan junior drie jaar werd schreef ze hem, met een zakdoek tegen haar mond gedrukt (want tijdens haar | |
[pagina 129]
| |
tweede zwangerschap had ze ontzettend veel last van misselijkheid), een briefje waarin ze hem alle voorspoed van de wereld toewenste nu hij chauffeur was bij een busbedrijf dat de verbinding onderhield tussen Piracicaba en São Pedro. Op de brief plakte ze een gedroogd vergeet-me-nietje. Bij de verloving van haar jongste, Maria Aparecida, vroeg ze voor de grap een heel beroemde zigeunerin uit de buurt om de kaarten voor haar te leggen en de toekomst te voorspellen. De vrouw schudde de beduimelde kaarten, spreidde ze op tafel uit en vertelde dat, als ze aanstaande zondag naar het busstation zou gaan, ze een man zou zien aankomen die haar leven volledig zou veranderen, kijk maar naar de klaverkoning en de hartenkoningin aan de linkerkant. Hij zou aankomen in een geelrode bus, ze kon zelfs zien hoe hij eruitzag, hij was grijs en had bakkebaarden. Zijn naam begon met een A, kijk maar naar de schoppenaas met de eerste letter van de naam. Ze giechelde met scheef getrokken mond (de ontbrekende tand had ze laten plaatsen, maar de gewoonte was gebleven) en zei dat het allemaal verleden tijd was en dat ze nu te oud was om aan zulke onzin te denken, maar op die bepaalde zondag liet ze haar kleindochter achter bij een vriendin, trok haar turquoise jurk van de zilveren bruiloft aan, raadpleegde haar horoscoop voor die dag (het kon niet beter), en ging er op af. |
|