De Tweede Ronde. Jaargang 20(1999)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 60] [p. 60] Twee gedichten Kees Jiskoot Freud Hoe zachtkens gleed ons bootje voort... Rondom de zee, een bries uit noord. Een zet, en hup, daar ging Gezien van boord. Zij werd slechts negentien. Het ‘een twee drie, in Gods naam’ liet ik weg, als al te hypocriet, al zong ik wel met vaste stem een flard uit Mozarts Requiem. Ik dronk, terug in de kajuit, mijn lauw geworden borrel uit, haar wensend dat zij dag aan dag aan Nereus' boezem rusten mag. Maar wie niet weg is, is Gezien, mijn vrouw, als ik ontwaak nadien. Grapje Met mijn hand ondersteun ik mijn kin en lijk net Le Penseur van Rodin. Wat vervelend, dit rijmt niet, zo min als Piet Hein of Patijn op putain; bovendien is het fraaie begin van dit vers naar de knoppen. Enfin, enig Frans gaat er altijd wel in. Maar klinkt ‘Hein’ niet veel mooier dan ‘hein’? Vorige Volgende