De Tweede Ronde. Jaargang 20(1999)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Botanische correspondentie Frits Criens De brief Wee mij, Suzanne met de mooie ogen Uw warm vergeet me niet ging mij niet aan Ik heb u met mijn hondetong belogen En u, mijn duizendschone, laf bedrogen Uw treurend hartje heb ik pijn gedaan Ik kon haar toverstruikje niet weerstaan Wat heeft mijn guldenroede toch bewogen Door met een juffer in het groen te gaan Ik dronk haar zonnedauw bij volle maan Een kind op moeders schoot, zo opgetogen Ik zie uw liefdesgrasje dor en slap Zo'n pekblom heb ik boven u verkozen Uw sluier, bruid, bedekt met wilgenrozen Mij, trouweloze, rest de monnikskap! [pagina 59] [p. 59] Het antwoord Jij valse slijmblaas met je monnikskap! Jij staat te losjes in je venusschoenen Ik vraag een kruipertje geen rekenschap Ga jij maar met je eendagsbloem op stap Ik wil me met geen geitebaard verzoenen Jij bent de pest van akkers en plantsoenen Een pijpekop en maatje van Jan Rap De schrik van tripmadammen en pioenen Jouw bereklauw bezorgt me visioenen Je gore leeuwebek vol stinkend sap Ik had mijn hart voor jou, adonis, veil Maar bid nu, kees, dat jij wordt doodgeschoffeld Je stinkblom, hoop ik, wordt met gif gemoffeld Ik haat jou, ordinaire watergeil Vorige Volgende