het nu een keer of vier gelezen maar het blijft me intrigeren. Zonder twijfel vind ik dit Nabokovs beste boek. De verwarring is zo helder, het normale zo vreemd. Hij draait, bedriegt, doet voor, verbergt en laat zoeken. Cincinnatus, de held, gaat op in zichzelf zoals ik dat wil, hij vernietigt zijn beperkingen en vecht zich los van de massa. Maar wie is hij in godsnaam? Het laatste individu in een wereld van het collectief? Ik weet het niet, en zal ook nooit willen suggereren dat ik weet wat Nabokov met zijn personages bedoelt of met zijn verhalen wil zeggen. Dat is juist een van de dingen die ik zo mooi vind aan Nabokov, dat het moeilijk is de essentie uit te leggen. Nabokov laat in de boeken die ik tot nu toe van hem gelezen heb zijn hoofdpersonen tot het uiterste gaan, in hun denkbeelden en/of in hun daden. Hij maakt het meelijwekkende mooi en sterk en hij onthult de zwakheden van het sterke en mooie. Nabokov laat mensen echt tot leven komen. Dit komt natuurlijk ook door zijn schrijfstijl, die soms cynisch, soms analytisch maar nooit afstandelijk is.
Wat ik typerend voor Nabokov maar ook een beetje vermoeiend vind, is zijn gezeur over Freud in bijna al zijn boeken. Soms vraag ik me af wat voor mens hij was, maar eigenlijk doet dat er niet toe en ben ik enkel blij dat hij er was en zulke mooie boeken als ‘Bleek vuur’ heeft geschreven.