De Tweede Ronde. Jaargang 19



[pagina 87]
Vier gedichten Kees Stip De bliksem slaat niet veertien maal achter elkaar in Kees Fens
Bliksems! De bliksem die mijn eerste regel trof sloeg zonder enig talmen in de tweede. Een inslag in wie volgt lag in de rede en ook bij regel vier had hij een bof. Een door die bliksem afgeschoten bede ter mijding van een mogelijke sof bracht door vier nieuwe treffers tot zijn lof vier nieuwe regels in het ongerede. Dit acht maal successievelijke treffen moet ons de eigen onmacht doen beseffen. Al is er aan waarschijnlijkheid een grens, gemeten naar ons menselijke weten, mijn vers werd voluit veertien maal gespleten, en daarmee ook de stelling van Kees Fens.
Stamboom Neanderthalmens, 't is bekend dat jij maar een zijtakje bent. Ik wil van m'n eigen geen zijtakken krijgen al ben ik een boom van een vent.

[pagina 88]
EOlisch Staak alle gezeur en gezemel en alle gesleur naar uw hemel. Zet mij niet voor zot voor het oog van uw god voor het oog van een naald als een kemel.
Vatikaan Wie zou niet het wonderwerk roemen dat de paus zijn verblijfplaats mag noemen? Per Sixtijnse kapel biedt hij hemel of hel, en verder bedankt voor de bloemen.