De Tweede Ronde. Jaargang 18

[p. 53]

Eminentie
Karel van Eerd

Wanneer zijn pappig smoel van paapse zuivel
bekent dat hij soms huilt - ‘als ik een ui vel’ -
oogt hij gevoelvol, haast een mens gelijk,
die witgeboorde, zwartgepakte duivel.

Een flikker is een flikker, doch Simonis,
waarschijnlijk ook, maar zelf echt geen Adonis,
verbiedt het kapelaantje de praktijk,
zo'n duvel die nat droomt van dat wat schoon is.

De kut heet voor een paap conclusus hortus,
doch ook een paap bedrijft somtijds de sport 'es
en wordt papa. ‘Wel zonde,’ maant hem Z.Em.,
‘maar godzijdank, wat duivel, geen abortus!’

Hij praat met Rebbe en hij spreekt van Nathan,
die wijs was, niet als Faust adept van Satan;
ziet Rebbe ook hoe hels thans die Islam
hun bijbels land bedreigt? De leviatan!

Die genitief van Petrus Simon, -onis,
zeurt godgeklaagd dat ondank 's werelds loon is,
maar Satan leert de datief - simonie -
en S. en S. zijn kardinaal in bonis.