De Tweede Ronde. Jaargang 18(1997)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Vijf gedichten Hendrik Jan Bosman Signalement Een bokkenpruik, een drietand en een staart; Een adem die naar pek en zwavel stinkt; Een puntig sikje; hoge, holle lach; Vileine, louche trekken; blik als inkt; Een zwarte cape; onaangepast gedrag; Veroorzaakt vuur en ander ongerief; Een onverholen weerzin van de dag, Waardoor vooral bij duisternis actief; Bedenk, als u zo iemand ooit ontwaart: Dat is hem zeker niet. Thans ziet men hem Nog slechts met laptop en een GSM. Stil maar, wacht maar Dat hebben er wel meer gezegd; Die weten nu wel beter. Ja, Nietzsche zelf weet zich weerlegd En baddert in salpeter. Ooit riep hij, strijdbaar en oprecht: 'k Geloof het voor geen meter! Dat hebben er wel meer gezegd; Die weten nu wel beter. Je maakt een dominee toch echt De grond niet zo gauw heter Dan deze beterweter; Maar waan gerust het pleit beslecht: Hij weet inmiddels beter. [pagina 46] [p. 46] Ontmoeting Ach, weet u wat het is, meneer, Zegt mij de ontevreden heer (Hij rookt en drinkt een pint): De mensen kletsen meer en meer, Ze zeggen dat ik macht begeer. Ik ben geen zondagskind, Maar dat geroddel kwetst me zeer, Ik heb tenslotte ook mijn eer. U denkt misschien: Hij grapt. Geloof maar rustig: elke keer Dat men mij noemt, voel ik mij weer Zeer op mijn staart getrapt. Hij drinkt zijn Duvel. Ik probeer Hem aan te zien. Een blik vol teer Verlangen, laaiend vuur; Zijn pijp, een lucifer. De sfeer, De dampen die ik inhaleer, Zijn zwavelig en zuur. De lucht wordt hels, ik transpireer. Terwijl ik radeloos laveer En naar de uitgang stommel, Roept hij nog bokkig, met een sneer: Ja, gaat u maar, hoor, en schoffeer Gerust een arme Drommel! [pagina 47] [p. 47] Openbaring 20:14 Ik hoor het meester Bakker nóg citeren, Zijn stem kreeg iets macabers en onguurs Bij 't lezen van de omineuze woorden: Dat is de tweede dood: de poel des vuurs. Voor heidenen, zo wist hij te beweren, Is het hiernamaals iets ontstellend zuurs. De straf voor wie niet tot de kerk behoorden Dat is de tweede dood, de poel des vuurs. Wij, kind aan huis nog in het Huis des Heren, Geloofden panisch, orthodox en stuurs Om wat Hierna nog kwam, zo wij ontspoorden, Dat is: de tweede dood, de poel des vuurs. Ik vrees dat meester zaliger nu weet Onjuist geïnformeerd te zijn, wat heet! [pagina 48] [p. 48] Genesis 3: 6-7 Dit is waarom, zo goed en kwaad het gaat, De mensheid steeds opnieuw weer leren moet Dat iedereen die goed doet, goed ontmoet En dat op kwaad met kwaad vergelden staat. Het is de vrucht, door adderengebroed Ooit Eva en haar partner aangepraat, De Boom der Kennis over Goed en Kwaad. De Hemel is nóg kwaad daarom. Maar goed: Al is het misschien beter, niet te eten Van wat de goede God als kwaad verbiedt, Hoe had het paar dit - vraag ik - moeten weten Wanneer het eerst niet, tot hun groot verdriet, Wat van die Boom der Kennis had gegeten? Die hap was goed beschouwd zo kwaad nog niet. Vorige Volgende