De Tweede Ronde. Jaargang 18(1997)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] Twee gedichten L.F. Rosen Diabolisch Om zijn geheim wil je vertoeven in zijn huis. Hij trekt je in zijn sleepnet door de gangen. De ruimte schuurt er langs je huid. Als een mes beroert een vreemd licht je wangen - geen licht van boven, meer een damp als het voorchristelijke licht in katteogen - De ornamenten lachen de vooruitgang uit: Een vogelbek is in het hout gevlochten. Een helse lamp dreigt aan het plafond. Je schroeft je in de zonderlingste bochten. Argwaan krijgt zo zijn vaste plaats, een huis waarin de lichten doven, waarin men sterk leert zijn en niet te bang. En stil te zitten. Waarna men wordt gewogen. [pagina 40] [p. 40] Uitdrijving Stof rolt van de treden voor het zware van de meubels uit met hun buiken vol van nacht, trilharen voor het duister opgehoopt in nesten. Naden laten resten van resten los, kasten al hun voze waren. Het gromt nog in de oude laden. Maar alles komt uit. Het kwade vertilt zich aan het kwade. Het daagt al in het oosten. Het trekt de zwarte huid van al het boze. Een koel blauw klokgelui roept ons voor het eten. Honger knaagt. Wit linnen wappert voor ons uit. Het kleed dat alle ziel nu draagt. Vorige Volgende