De Tweede Ronde. Jaargang 18(1997)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 83] [p. 83] Drie gedichten Hans Rothuizen Voor de bakker Light Verse, lyriek, ballades of kwatrijnen, u zegt maar wat er van uw gading is, 't is voor een dichter louter kattepis, hoewel een parelketting voor de zwijnen. Laat mij maar dichten tot Sint Juttemis, mijn hoge hoed vol fraaie rijmkonijnen doet elke debutantenkoorts verdwijnen. Maar, en passant, eerst een bekentenis: mijn woordenschat is eigenlijk miniem, een woord roept nooit een ander bij me wakker, straks moet ik verder onder pseudoniem, ik parasiet, ik dichterlijke stakker. Wat blijft er over van mijn self-esteem nu 'k toegeef, dat ik rijm dankzij Jaap Bakker? [pagina 84] [p. 84] Morsig vers We mogen Spielberg volgen op de set, Reinbert de Leeuw toont zijn geschreven noten, een goochelaar legt zijn geheimen bloot en coulissen worden in de zaal gezet. Excursies naar de keuken zijn de mode, en wie daarbij niet goed heeft opgelet is gauw een buitenstaander aan 't banket: als keurmerk geldt voortaan de werkmethode. Ik wil krokante hapjes voor mijn centen en niet de brij voorafgaand aan de korst of de verhouding van de componenten, de honger die vergaat je, én de dorst. Straks vraagt men van dit vers antecedenten... Nou goed dan: hier is koffie op gemorst. Nota bene Ieder moment dat ik haar voetenstand zie vervult me met ontroering en geluk, hier wordt de paradox aanschouwelijk van onverzettelijke elegantie. Danspassen, een beweging uit één stuk, de lading en de vlag in concordantie, en let eens op dat linker schouderbandje, hoe ze dat terugduwt, achteloos en vlug. Aan menig dichter en choreograaf is deze vrouw als prototyp verschenen, de eenvoud zelf, een ranke witte raaf te midden van verwende lange tenen. Allengs ontstaat het beeld van Steffi Graf, en 't mooiste moet nog komen nota bene. Vorige Volgende