[Nummer 1]
Voorwoord
Dit Lentenummer biedt in Nederlands proza vier verhalen: Arnon Grunberg beschrijft de verrassende nasleep van een episode uit zijn roman ‘Blauwe maandagen’, Lodewijk Wiener evoceert een verrassend moment uit de wereld van een jonge padvinder; verrassend zijn ook twee debuten, van Michael Frijda (over een geslaagde kraandrijver) en van Victor Frölke (over een falende chirurg). In Nederlandse poëzie nieuwe gedichten van Catharina Blaauwendraad, Erik Coenen, Jan Dullemond, Paul Hermans (voorheen P.J. Donnee), Juliën Holtrigter, Thom Schrijer, en twee debutanten voor wie wij aandacht vragen, Bert Kooijman (met een cyclus van tien gedichten) en Maria van Oorsouw. In Light Verse voor het eerst en helaas meteen voor het laatst: Jules de Corte; naast hem trouwe coryfeeën als Jan Kal, Drs. P, Kees Stip en Ivo de Wijs. Enkele bijdragen staan in het teken van Japan - het thema voor de vertaalde literatuur in dit nummer.
In Essay is de rede opgenomen die Oë Kenzaburo (in Japan schrijft men de achternaam eerst) uitsprak bij het aanvaarden van de Nobelprijs, waarin hij een verklaring probeert te vinden voor Japans fanatieke militarisme in het verleden. De rubriek bevat ook een beschouwing over kersenbloesem waarvan de geur, veel bezongen in het oude Japan, niet schijnt te bestaan. Sjoerd Bakker gaf ons toestemming voor het afdrukken van zijn Japanse impressies, in Tekeningen, en op voor- en achterplat.
Het was moeilijk voor Vertaald proza korte verhalen te vinden (Japanse auteurs zijn niet gek op het genre), maar dankzij de speurzin van onze gastredacteuren Paul Wijsman en Marijke de Jong is een selectie tot stand gekomen die een goed beeld geeft van de conflicten tussen eigen tradities en westerse invloeden. Er is een romanfragment van Oë, naast verhalen van de in ons land weinig bekende Dasai, Inoue, Nagai en Ōhara - het laatste verhaal is illustratief voor het in Japan populaire genre van de literaire science fiction. In Vertaalde poëzie werk van veertien dichters: bij acht gedichten kwam de Nederlandse versie tot stand op basis van de vertaling van een Duitse Japannologe, reden waarom ook haar weergave (verkleind) werd afgedrukt. De gedichten delen de thematiek van de dood, maar zijn overigens van een grote diversiteit. Om technische redenen moesten de Japanse originelen vervallen. Voetnoten geven bi(bli)ografische informatie over de Japanse auteurs.
Redactie