De Tweede Ronde. Jaargang 16
(1995)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 158]
| |
Vertaalde poëzie | |
[pagina 159]
| |
Twee gedichten
| |
noem dit hart: een landschap voor een die weggaat‘langzaam, langzaam over de kiezeltjes...’ vandaag voelde ik koude met de hand
de contouren van jouw afwezigheid
en duiven kantelen rotsvluchten voor het oog
wanneer windregen tegen de ruiten klaviert
met de klanken van verfrommeld papier
er is een wind die waait
zoals hij daar nu waait...
ergens is de zonsondergang tegen duisternis
purperslak over het lieflijke lijf van de nacht
en achter oorleden en oogleden komen schemerige
herinneringen aan gekleurd zand en geslachten vuur
in het land van spiegel,
de slakken paring van vorm en licht
in water over de gesleten huid van het land
gedicht het dichtmaken is een omspitting van kijken
om het lijk van de ervaring weg te bergen
en later een vis in de grond te ontzoden...
| |
[pagina 160]
| |
[Afrikaans]jy het ruimtes in my ontdooi
met die passies en die geure van liefde
my laat mond in die onstuimige stiltes van skilder
om opgelos te swem in daardie handgemaakte landskap
waar die voorsate oplaas tot rus mag kom
soos 'n hand wat nie meer hoef te dink nie
dis dáár waar die son 'n wit gedagte maan,
bokkie jy moet huis toe gaan...
na winter kom winter
en hierdie hand van koue doof
sal agter jou aanskryf
soos die kraai koggelende visgeluide roof
van boom tot droom se klankpapier
waar daar tekens is van rysvelde en wolkjasse,
rowe is ook 'n belofte aan spasie...
en sou die mense by die huis jou vra vir nuus
onthou maar jy het 'n ou swartgeskryf
in die oewerlose kleed van die velde van vreugde
met loopstok en 'n donker maan in die hoof
berg-op sien klouter
om onder vleesetende sterre
die asemhaling tussen vuur en ure nader te trek
en wippe te stel vir die wolke...
| |
[Nederlands]je hebt ruimten in mij ontdooid
met de passies en de geuren van liefde
mij laten monden in de onstuimige stilten van schilderen
om opgelost te zwemmen in dat handgemaakte landschap
waar de voorzaten ten slotte tot rust mogen komen
als een hand die niet meer hoeft te denken
het is dáár waar de zon een witte gedachte maant,
bokje jij moet naar huis toe gaan...
na winter komt winter
en deze hand doof van koude
zal achter je aan schrijven
zoals de kraai nageaapte visgeluiden rooft
van boom tot droom het klankpapier
waar er tekens zijn van rijstvelden en wolkenjassen,
roven is ook een belofte aan spatie...
en mochten de mensen thuis je vragen naar nieuws
onthoud dan maar dat je iemand hebt zwartgeschreven
in het oeverloze kleed van de velden van vreugde
met loopstok en een donkere maan in het hoofd
bergop zien klauteren
om onder vleesetende sterren
de ademhaling tussen vuur en uren naderbij te trekken
en wippen te plaatsen voor de wolken...
| |
[pagina 161]
| |
Noem dit harthond se hart en bone
maak die mond patrone
staan swart op jou tone
njar-njar njar-njar har!
swartgat op jou tone
skryf jy die gewone
ou-tapyt en krone
njar-njar njar-njar har!
is die skrif 'n skone
hond se gatpatrone
is jou mond vol bone
njar-njar njar-njar har!
gatpatrys en fone
ou-tapyt vol bone
mond is te verskone
njar-njar njar-njar har!
skoene kry hul lone
sole soene en tone
skryf jy 'n o-one
njar-njar njar-njar har!
kroon jy dan die skone
mond se hartpatrone
kry jy die gewone
breyten in die mielieland
har-har har-har jnar!Ga naar voetnoot*
|