De Tweede Ronde. Jaargang 16

[p. 78]

Wat wist ik van Zuid-Afrika
Frits Criens

Lagere school

Er wonen goede blanken, ofwel Boeren
Ze delven steenkool, goud en diamant
En oogsten van een gul en vruchtbaar land
Hun taal is op de onze terug te voeren
Ze houden orde met gestrenge hand

De slechte zwarten, Kaffers, Hottentotten
Zijn arm en lui, opstandig volk is dat
Het steelt en is boosaardig als een rat
De noeste blanke hoort maar op te rotten
De zwarte is zijn goede leiding zat

Zuid-Afrika, werd verder onderwezen
Houdt beide groepen zeer terecht apart
Want God, de Heer, Hij zij daarvoor geprezen
Schiep niet uit louter toeval blank en zwart

[p. 79]

Hogereburgerschool

De zwarte is niet echt een mens, maar beest
Misschien een trapje hoger dan de apen
En volgens Keyzer, leraar en jurist

Gewetenloos en zonder ziel geschapen
Het beest kent enkel bruut geweld en list
Men mag hem dus geen greintje vrijheid geven

Want breekt het los, dan kost dat heel beslist
Aan alle blanken daar meteen het leven
Waarna zijn rooftocht hem naar hier toe voert

Vervanger Keyzer geeft me telkens even
Een inkijk in de wereld van Verwoerd
Wanneer hij uit diens propaganda leest

Mijn eerste Afrikaans behelst een optie,
De slogan: Hulle is nie reg in die kop nie!