De Tweede Ronde. Jaargang 16(1995)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Drie gedichten Thom Schrijer Zomer Zomer kwam op blote voeten door mijn tuin. Onwennig nog door zoveel zonder, door zoveel wonder aangehangen tegelijk. Waar ik nu kijk hangt diepgekleurde stilstand in de bloemen en merkbaar zware overvloed van groen. De grond gebarsten na het noemen van haar naam. Het zwarte water heeft zij afgedekt met pluis van populieren en warmte opgestapeld om het huis. Mijn vraag naar later viel net met het eerste blad van de kastanje in het gras. Zij wil alleen maar horen van je over vrome wensen en vandaag. [pagina 45] [p. 45] Op de zuidelijke berg 's Nachts eten zwijnen aan ons huis en maken hagedissen plannen in de koude steen daaronder. Overdag waait hete, droge wind over ons dak en zuigt gedachten aan van brand en zint op werveling. De ingeharde grond vult dwanggedachten met de laatste regen die verstek liet gaan. De onverzoenlijk harde eiken zijn vandaag tot aan de dakrand opgeklommen en op kolommen hete lucht drijven al uren slange-arenden die traag en ongenaakbaar in hun majesteit ons beeld blijven beheersen. Wij moeten kiezen nu tussen vlucht en overzomeren. [pagina 46] [p. 46] Desert song Geel van zand in golvingen, in overstrekte verten van zand en ogenpijn, van ver voor de mensen en erna, deze woestijn van de platenboeken. Suizelen van zand op hete wind en koude wind, over welvingen van oker en zwarte steen. Wij reizen langs een route van ontbreken en onder last van licht bezweken grafgebouwen, tot waar jij tentplaatsen wijst en de eerste kleine bloemen in het zand staan dichtgevouwen om hun ademnood. Vorige Volgende