field. Roestvrij staal en al zo vaak geslepen dat het lemmet sinds de aanschaf gehalveerd is. Het is ook nu vlijmscherp, maar is dat genoeg? Arend hangt naar voren om de auto te betasten. Ik doe een pas schuin opzij om dat te verhinderen.
Er gaat een kramp door mijn lichaam.
Wat te doen als die man ineens een pistool trekt?
Een pistool trekt en vanachter het stuur begint te schieten.
Een paar schoten meer of minder, dat valt in dit gebied niet op.
Hoeveel toeristenlijken liggen hier al begraven?
En terwijl dergelijke gedachten door mijn hoofd ijlen, zakt langzaam het portierraampje open. De man bedient het met zijn linkerhand, zodat ik scherp let op de bewegingen van zijn rechter, die inderdaad beweegt, maar tot rust komt op de knop van de versnellingspook. Een logiese plek.
- Bonjour monsieur... klinkt het dan, niet eens onvriendelijk.
Extra oppassen dus.
Ik groet hem terug in vloeiend Frans. Easy.
Vervolgens zegt hij iets dat ik slechts gedeeltelijk versta. Een waarschuwing ongeveer dat wandelen hier niet veilig is, hetgeen ik al had begrepen, want een verdwaald schot hagel uit een dronken Frans geweer wordt door een hek van gaas niet gekeerd.
Wat is ‘val dood’ in het Frans?
Het zinnetje: J'irai cracher sur vos tombes gaat door mijn hoofd, maar in plaats van deze verwensing uit te spreken knik ik de man geruststellend toe en bedank hem voor de tip.
Langzaam rijdt hij verder, wiebelend door de gaten en butsen in het pad en in een flits zie ik dat de houten kratten in de laadruimte gevuld zijn met honderden jonge fazanten en patrijzen.
Dus toch... Een bestelwagen des doods...
In de overtuiging dat ik in mijn lafheid een duidelijk risiko heb vermeden en dus goed heb gehandeld, wend ik me van het hek af en begeef me naar een nabijgelegen bosmeertje.
Door een onoplettendheid van de Goden...
Dat zinnetje spookt maar door mijn hoofd.
Het bepaalt veelvuldig mijn gedrag, want de Goden zijn in de loop der tijd tot wraakgoden vervallen, gefrustreerd door hun onmacht en hun onsterfelijkheid. Nooit rust. Niets bereikt. En daarvan eeuwig getuige zijn. Ik kan hun vijandschap wel begrijpen, maar ik wil hun vijandschap niet delen. Ik wil eenvoudig niet met