De Tweede Ronde. Jaargang 15
(1994)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 149]
| |
DisponibilidadeVem ver a vida
passar silenciosamente
como a ave no ar claro
Vê-a que desce. Prende-a.
Nas tuas mãos em concha
fica um instante
Deixa-a fugir. Outras há.
| |
[pagina 150]
| |
NachtwakeParallel volg ik twee wegen
Verdiept in het zicht van een weidse hemel.
Noch de ene noch de andere voldoet, en evenmin dat ene
Doel dat zich opdringt
Met een stem die de mijne lijkt. De beste wereld
Moet nog ontdekt worden. Ze volgt niet de maan
En ook niet de lijn van de boeg. Rechtstreeks gaat ze af
Op het vage, onzekere,
Opvallende en verborgen geklapper van de zeilen.
Ik wens me meer binnen in me,
Vliegend en verankerd
In nachtelijke winden die golven ontrollen,
Visseruggen roepen naar het watervlak.
En vleugels in het lichtend kielwater werpen.
Van het leven...
....De stralende zachtheid van een blik. Bevallig
Dansen van verticale zielen in de volle
Ochtendzon die de oogleden ontsluit.
| |
VigíliaParalelamente sigo dois caminhos
Abstracto na visão de um ceu profundo,
Nem um nem outro me serve, nem aquele
Destino que se insinua
Com voz semelhante à minha. O melhor mundo
Está por descobrir. Não segue a lua
Nem o perfil da proa. Vai direito
Ao vago, incerto
Bater das velas sinalado e oculto.
Quero me mais dentro de mim,
Surto e alado
Nas aragens nocturnas que desdobram vagas,
Chamam dorsos de peixe ao lume de água.
E precipitam asas na esteira de luz.
Da vida...
...A doçura luminosa de um olhar. Ameno
Brincar de almas verticais em pleno
Sol de alvorada que descerra as pálpebras.
| |
[pagina 151]
| |
Eeuwige terugkeerLuide nachtelijke stilten en verdwaalde ogen,
Gedompeld in donkerte van bomen
Zoals in de ziel het murmelen van een beek,
Aanhoudend en melodieus,
En tussen stenen glipt de schittering van een gedachte,
Bijna emotie;
En bladeren die vallen en
Hun innerlijke betekenis verstrooien
In de natuur die stil is en bepaald
Door het leven van een lichaam in het wezen waarvan
Heel de aarde trilt
En de sterrennacht de koers beraamt.
De nacht! Was het maar nacht...
Maar mijn stappen klinken en stoppen niet,
Worden niet weerhouden door het denken,
Door de angst die voortduurt en de zinnen vertroebelt
Op de hoek van het toeval;
Andere werelden verdwijnen,
Andere weerkaatsen herkomstloze lichten in de lucht.
Om hen stoppen mijn stappen niet.
En om hen vat het mysterie vlam.
| |
Regresso eternoAltos silêncios da noite e os olhos perdidos,
Submersos na escuridão das árvores
Como na alma o rumor de um regato,
Insistente e melódico,
Serpeando entre pedras o fulgor dc uma ideia,
Quase emoção;
E folhas que caem e distraem
O sentido interior
Na natureza calma e definida
Pela vivência de um corpo em cuja essência
A terra inteira vibra
E a noite dc estrelas premedita.
A noite! Se fosse a noite...
Mas os meus passos soam e não param,
Mesmo parados pelo pensamento,
Pelo terror que não acaba e perverte os sentidos
À esquina do acaso;
Outros mundos se somem,
Outros no ar luzes reflectem sem origem.
É por eles que os meus passos não param.
E é por eles que o misténo se incendeia.
| |
[pagina 152]
| |
[Nederlands]Alles is voelbaar, lichtgevend en vaag
Aan de zoom die terugwijkt en het eiland ontvouwt
In baaien van een ongewisse droom...
Alles is mogelijk want het leven duurt
En de nacht lost op
In luide heldere stilten.
Maar niets belet de wedergeboorte van het beeld,
De verloren kindertijd, herbeleefd,
In twee dwalende ogen, gebogen
Over een beek die onophoudelijk murmelt.
| |
[Portugees]Tudo é tangível, lummoso e vago
Na orla que se afasta e a ilha dobra
Em baías de precário sonho...
Tudo é possível porque a vida dura
E a noite se desfaz
Em altos silêncios puros.
Mas nada impede o renascer da imagem,
A infância perdida, reavida,
Nuns olhos vagabundos debruçados,
Junto a um regato que sem cessar murmura.
| |
[pagina 153]
| |
KoerslijnWie me geen Liefde gaf, gaf me niets.
Ik ben blijven staan...
Kijk om me heen en zie
Mijn betere wereld, onaf.
Zoveel tijd verloren...
Hoe weemoedig en blij is mijn herinnering aan haar:
Velden met bloemen
En bramen...
Bron van het leven was ik. Ik denk na, breng ordening aan.
Ik bedenk de toekomst die er zijn zal.
En volg gefascineerd de gedachten
Die komen.
Wie me geen Liefde gaf, gaf me niets.
Ontheemd,
Ontheemd ga ik verder.
En droom me zonder Vaderland en zonder Vrienden,
Opzettelijk.
| |
Linha de rumoQuem não me deu Amor, não me deu nada.
Encontro-me parado...
Olho em redor e vejo inacabado
O meu mundo melhor.
Tanto tempo perdido...
Com que saudade o lembro e o bendigo:
Campos de flores
E silvas...
Fonte da vida fui. Medito. Ordeno.
Penso o futuro a haver.
E sigo deslumbrado o pensamento
Que se descobre.
Quem não me deu Amor, não me deu nada.
Desterrado,
Desterrado prossigo.
E sonho-me sem Pátria e sem Amigos,
Adrede.
O Livro do Nómada Meu Amigo, 1958, 1966 |
|