De Tweede Ronde. Jaargang 15(1994)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Twee gedichten Nico Weber Zelfportret In spiegels zag ik Wijnand om me heen en hoe hij door mijn fantasie omspeeld bewoog, we waren eindelijk alleen; ik was hem en hij was mijn spiegelbeeld. We kwamen als geen ander overeen: dezelfde ogen en dezelfde billen. We deden beiden nogal neurastheen en droegen van die jaren-zestig brillen. Hij zei ook altijd wat ik wilde horen, een vleiend woord, een plagend commentaar. We waren voor een groot geluk geboren totdat de spiegelbeelden, leeg en naakt vervaagden, en ontredderd keek ik naar mijn lichaam dat hij nooit heeft aangeraakt. [pagina 44] [p. 44] Huiswaarts We fietsten langs de molens bij Oud Zuilen en kwamen aan het kerkhof. Alle zerken, zei ik, staan op met grond gevulde kuilen, hier rust gebeente, witter dan de berken die ter versiering werden aangeplant. Het graf van F.C. Donders lag verzonken, omgeven door de nevel van het land, zelden begane paden, kale stronken. Je volgde me, liep naast me en we kwamen aan het terrein met pas gegraven kuilen. Ooit zijn we, zei ik, niet meer dan twee namen. Je vroeg me op die avond doodsbenauwd wanneer we verder gingen naar Oud Zuilen. We waren nog geen zeventien jaar oud. Vorige Volgende