De Tweede Ronde. Jaargang 15

[p. 57]

Drie gedichten
Mieke Tillema

Mozaïek van ongeveegde vloer

Tast toe,
zuip en schrans, poëet,
rook je longen plat,
raap je taal van de straat,
houd het louter
bij geluid dat bijt, geilt,
snerpt. Houd het morsig
en kaal. Laat niets achter
voor tafelschuieraars en
kruimeldieven. Maak alles leeg.
Maak haast. Slok op, schrok op,
vermaal - voordat je taal
wordt geveegd.

Jaargang

Nacht voert de boventoon
en rekt zich uit,
weet uur na uur
te winnen op de dag
die kleiner rimpelt
en moet wachten
tot ze beginnen mag
- jaarlijkse wraak -
aan haar verjongingskuur.

[p. 58]

*

Ik drink me liever dood
dan das om, licht uit,
deur toe.

Het kan ook netjes maar
groots en meeslepend wil ik
sterven dan toch.

Nog jaren te gaan maar
wat weet een geneesheer:

Hij is er slechts
voor het leven.

Ik haak naar
eeuwiger.

Orpheus fluit wel maar
draait zich toch om.