De Tweede Ronde. Jaargang 15(1994)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Twee gedichten Juliën Holtrigter Stilte Hoogzomer. Hitte. De braamstruik volhardt. Bloedblaren. Bramen. Oogverblindend het witte papier. Kinderen huppelen over het duinpad alsof de wereld net af was, alleen maar bedacht was voor hen, voor de krabben, de kevers, de krankzinnige uilen, het roerloze paard. Van het paard beweegt slechts de staart, vliegensvlug, met korte rukken. Hooguit verzet zich een been, autonoom. In de avond Vuurtorens zijn op zichzelf. Ze kijken. De zee deint gelaten onder de hemel. Een meisje volgt door haar kijker de streep die een straaljager trekt in de avond. Ik klim omlaag, loop dicht langs haar heen. Het vuurtorenlicht maakt ons bleek en alleen. Daarom ontwijkt zij mijn blik. Zo rood is haar mond. En haar ogen zijn grijs als de zee. Vorige Volgende