De Tweede Ronde. Jaargang 15(1994)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Drie gedichten Jan Kostwinder Parafernalia In de koektrommel regent het herinneringen wanneer een grote hand hem voor je openschroeft. Je staart ernaar, ziet vreemde verbanden: jij als pop, draadloos telefoontje in je hand, duiven die wegstuiven op jouw bevel. Daartussen je eerste nagel, eerste tand, een lokje van je haren, het klemmetje voor je navel - Je verdwijnt al bijna in de doos maar daar verschijnt, ergens onderin, de eerste foto van een vrouw die naar je knipoogt, je een interessant leven toewenst. [pagina 51] [p. 51] Dageraad Dit moet het worden, een grijsaard die zijn dochters liefdevol betast; hun tepels tussen zijn vingers. De roemer is al bijna leeggedronken. Doorschijnend wit zijn de meisjes in onze grot, ons venster op de wereld, het beminnelijke landschap; een kleine tempel tussen de schonken. Ja Joachim, dit is ons lot: uit Sodom gekomen drinken en spelen we wat en dan is het op. Entomologisch Kijk, een kever, een kakkerlak - ach nee, het is de buurman maar achter zijn gasmasker. In dit onderaards gewelf zijn wij allen één; we neigen beleefd, brengen kleine attenties aan elkaar. En terwijl twee wandelende takken in het kelderlicht bezig zijn de buurman te slaan, gedenk je de dag van vandaag, het chagrijn op kantoor, het geklaag van de vrouw over een entomologische plaag. Vorige Volgende