De Tweede Ronde. Jaargang 15(1994)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Drie gedichten P.J. Donnee Zwenkgras. Winter legt in bomen de oudste nesten bloot. Er vriezen glazen deuren in de aarde. En daardoor treed jij binnen in dit steeds meer onbetrokken blauw met droogboeketten ridderspoor en iets van een vergoten kindheid. Verbeten tracht ik om niet om te zien, maar alle licht wil dubbelzijdig schijnen. Je ademt kleine zoutkristallen op het zwenkgras in mijn tuin. En als met krijt geturfde dagen staat in het land een berkenrij. [pagina 45] [p. 45] Enkele doden Bedwelmend frêle fladdert de dood door jullie mijn kleine Icarusvlinders. Vinnig spelt hij zich in de drang stroomopwaarts te gaan lijken in een bron als zalmen. En gruwzaam stikt hij in verlangen een tegendraadse zoom van talmen, op plekken afgeleefd tot lichtblauw doorzicht als in verdroogde cichorei. Miniatuur In een zachte lentewind ademt een cypres moederlijk en immergroen mussen in en uit. Met de tact van flagellanten wiegen lange kattestaarten. Op een tak staat, kops gezaagd, een hart van dichte duivevleugels. Vorige Volgende