De Tweede Ronde. Jaargang 15(1994)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Vier gedichten Job Degenaar De Wadden Langs verlaten vakantiehuizen, hun schorre kelen in de zachte sneeuw gesmoord, schooieren fazanten En wij, vanuit ons ingedikt bestaan, zingen luidruchtig van voorbijgaan als we in de noordenwind - het wad, de wolken, onze haren grijs - het weerloze aan het licht brengen dat ingegraven in slik aan scherpe haken kronkelt [pagina 41] [p. 41] Lemster Baai, midwinter Als amandellikeur vloeit tussen wolken door nog eenmaal de namiddagzon over het wijde water; een langzame stroom, zich drenkend, krioelt van brons en zilver aardezwarte keerdammen strekken zich reikhalzend uit In het achterland gloeien vensters op, waar men gekluisterd aan beelden van een nooit aflatend heden - beelden als messen, als warme nevel - zijn roes van vrijheid uitzit [pagina 42] [p. 42] Cadzand, adempauze Hurkend tussen de schelpen, ver van de katten, 't gevecht om lucht, scherpt hij zijn ogen, zoekt naar het zwart geglinster van fossiele haaietanden hurkend tussen de schelpen, alleen met de zee en de miljoenen jaren in z'n hand, luwt zijn hijgen, is er geen tijd, geen leven dat vijandig op hem wacht [pagina 43] [p. 43] Noordoostpolderblues Langs schemerakkers schampt de zon en haakt nog net aan een koppel verwaaide fietsers de bus vervoert gemoedsrust door een haag van dun geboomte tussen Bant en Emmeloord In de verte draaien twee koplampen, een ontmoeting komt langzaam op gang, wakkert aan, licht mij door, seint: hier is men alleen met z'n dashboard - full speed dan maar, de diepte in naar mijn leven met jou, beminde vlagen heelal rukken aan de auto als een afgunstige maîtresse, uit de huizen stralen levenslessen Vorige Volgende