De Tweede Ronde. Jaargang 14

[p. 69]

Kalligraaf
Karel van Eerd

Het Fonds of ik:
Jan Kal^*

* De Tweede Ronde, Herfst 1993, blz. 92

I

Bedankt voor jouw begrijpelijke rijm
omtrent het rijk gerijmde ons-kent-ons
van vijf bestuurders (m/v) van het Fonds
der Letteren, het openbaar geheim
dat Jan modaal er zonder (s) links geslijm
niet op vooruitgaat, dat je met een bons
(m/v) bevriend moet wezen. Het is honds,
maar jij scheldt met de vlijm van Karel Thijm.

Nu is de tijd gekomen voor een aksie.
Je hebt een vijftal bladzijs ingezonden,
dat is een start: wie maalt er nog om fondsen!

Een coup, een putsch, jij wint, en die redactie
der Tweede Ronde wordt nu heengezonden:
Verste(e)gen, Hogendoorn, Cialona, Fondse.

[p. 70]

II

De kamervragen zijn geformuleerd,
niet voor Groen Links, voormalig rood gespuis,
doch, meer en vogue, voor Demokraat Aad Nuis:
hij weet van wanten, heeft ook gejureerd.

Die reageerde: ‘Heeft Kal niks geleerd?
Ten Berge baart elk jaar zowaar een muis
en Vogelaar leeft kuis, en Lidy thuis.
Kal is de winnaar, want hij reageert.’

Begrijp je, Jan? Nu telt slechts de reactie.
Jacq, Lidy, H.C. hebben zich hervonden
en vonden, toen links doodliep, recht(s)e stegen.

Het rijm wordt rijk, jij rijk, en die redactie
der Tweede Ronde weer bereid gevonden:
Cialona, Fondse, Hogendoorn, Verste (e)gen.