De Tweede Ronde. Jaargang 14(1993)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] Uit: Vaderhuis en heksenkringen Jos Versteegen Bloedvlinders Een aarden wal, twee meter hoog, begroeid met eik en paddestoel, omsluit de vijver - vlezen poel, doorwoekerd, enkelvoudig oog. De film van roest die, windbestreken, het stikkend water overspant, golft op tegen de oeverrand. Een stormvlaag, en de vliezen breken. Bezield, bloedvlinders op de huid, zijn wij de eeuwigheid ontstegen: wij klommen traag de vijver uit. En eenmaal aan het oppervlak heeft broer en zuster lucht gekregen van zoete pijn die ginds ontbrak. [pagina 63] [p. 63] Ratten en wolken Bij nacht en ondergronds rumoer verbleekten en verstijfden wij als vader met een glimlach zei: ‘De ratten draven door de vloer.’ Wij beefden als op 't middaguur de bliksem kaatste op het dak en vader tot het venster sprak: ‘De wolken openen het vuur.’ Hij strooit arseen en plaatst een val onder de planken van het huis, op groene drek en metselzand. Dan wandelt hij tot aan de wal: zijn schoenpunt trekt een ondiep kruis door elke uithoek van zijn land. Vooravond Ik dronk vandaag de brandewijn die rustte op het flessenrek en at gepekeld varkensspek met lof en droge postelein. Ik zag de wespen het kozijn schoonbijten van mijn slaapvertrek. Prins draafde door het rasterhek en trapte op een ziek konijn. Tegen de ramen duwt de wind. Stil ga ik rond, steek lampen aan, zet koffie op het gasfornuis. Dakleien duiken in het grind en Wolf- hij laat zijn eten staan - blaft woedend door het holle huis. Vorige Volgende