De Tweede Ronde. Jaargang 14(1993)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Een zwemmer in de lucht Willem M. Roggeman 1 Oud en dof geworden scheuren de wolken die traag schuiven over het eeuwige blauw. En toch staat de zon zorgeloos te trillen. Iemand stapt roekeloos uit het landschap. Dan verschijnt de zwemmer in de lucht. Hij gaat op en neer over golven van geluid. Hemelse muziek omringt hem te allen kant maar als een rivier ontspringt hij de dans. Boven de daken slaakt hij een lichte kreet en met vertwijfelde gebaren duikt hij weg achter een wolk wit van machteloze woede. Iemand gaat er schouderophalend van door. 2 Met langzame halen graaft hij diepe golven in de wolken. Zijn haren hangen in klissen over zijn nat glanzend voorhoofd. Vanuit de hoogte gezien lijkt alles veel echter. De mensen en dingen daar beneden zijn allemaal gemaakt van stof. Zijn lichaam glinstert in de zon. Is hij van koper of van brons? Rustig zwemt hij door naar zijn doel, een onzichtbaar maar tastbaar bestaan. [pagina 48] [p. 48] 3 Hij is een archeoloog van de hemel. Soms duikt hij en haalt op wat rest. Wat rust op de bodem van de ruimte. Gewichtloze dingen als geesten en goden. Wat astronauten hebben vergeten zweeft tollend langs hem voorbij. Stilte en leegte wachten ergens waar een zwart gat werd geverfd. 4 Zoveel angsten heeft hij reeds doorstaan. Bij nacht zwemt hij tussen de sterren door. Geduldig ruimt hij al de rommel op die werd nagelaten door de Kleine Beer. Dan gaat rinkelend de zon weer op. Schuw kijkt hij naar het ochtendgloren. Plotseling suist Ikarus aan hem voorbij. Een witte kring van schuim bloeit open overal rondom de harde meedogenloze plons. Een droom verdween voor altijd in zee. 5 Hij zwemt door een spleet in het licht en komt terecht temidden van allerlei wat dartel en vrolijk danst, dronken in het geluk van nooit te hebben bestaan. Gejaagd en opgejaagd door de schimmen van zijn ongeloof herkent hij, moeilijk zwelgend, verbluft en verrast in het hete geweld van het hemelgewelf de dichtklappende hik van de aarde. 6 Druipend van dit wit verblindend licht waarin alle leugens als gebeden zijn gebed, wordt hij door stilte en heimwee aangerand. In de wolken herschrijft hij zijn leven. Onder hem sneeuwt het terwijl hij zingt het hoge lied van de aartsengel die de zon als een jonge bankbediende heeft verduisterd. [pagina 49] [p. 49] 7 De zwemmer baart nu opzien in de lucht. De kranten schrijven lyrisch over hem. Het tv-journaal laat hem niet meer los. Na zijn zevende toer om de aarde wordt hij een beetje moe van alle sensatie. Hij werd immers bijna heilig verklaard. In Rome sprak zelfs iemand van een mirakel. Toen nam de zwemmer een resoluut besluit en verdween ongemerkt in iemands droom. Vorige Volgende