De oude man en de auto
István Örkény
(Vertaling: Lenke Havas en Barbara van Zwieten)
Dit is waarschijnlijk een onwaar verhaal. Maar niet alleen ware verhalen zijn het aanhoren waard; juist de manier waarop een onwaar verhaal wordt verteld, verdient belangstelling.
Vijf jaar geleden zou iemand, als hij had gewild, deze kleine geschiedenis als volgt hebben verteld:
Op de grote verkeersweg tussen Boedapest en het Balatonmeer loopt op blote voeten een haveloze oude man. Plotseling begint hij te zwaaien, want er komt een slee van een auto aan die zijn kant op rijdt. De auto stopt, de chauffeur doet het portier open. ‘Wat heeft dat zwaaien te betekenen, kameraad?’ roept hij vanuit de auto.
‘Mag ik misschien vragen waar u naar toe gaat?’
‘Naar Boedapest, kameraad.’
‘Mag ik dan misschien een lift van u?’ zegt de oude man.
‘Er is geen plaats in de auto, kameraad,’ antwoordt de chauffeur. Hij slaat het portier dicht en rijdt in volle vaart weg.
Maar nu, nu de zon een tijdje heeft geschenen, het meer blauw glinstert en wij elkaar voortdurend op steeds mooiere verhalen hebben getrakteerd, nu wordt dezelfde geschiedenis heel anders verteld.
Op de grote verkeersweg tussen Boedapest en het Balatonmeer loopt op blote voeten een haveloze oude man. Plotseling begint hij te zwaaien, want er komt een slee van een auto aan die zijn kant op rijdt. De auto stopt, de chauffeur doet het portier open.
‘Moet u naar Boedapest, meneer?’
‘Inderdaad,’ zegt de oude man.
‘Stapt u dan maar in, meneer, u kunt meerijden,’ zegt de chauffeur vriendelijk. De oude man komt dichterbij, steekt zijn hoofd in de wagen en vraagt:
‘Heb je geen radio?’
Twee verhalen, allebei mooi. Maar geen van beide waar. De waarheid is, dat op de grote verkeersweg een haveloze oude man loopt, op blote voeten. Er komt een slee van een auto aangereden, maar de man peinst er niet over om te zwaaien, net zo min als de chauffeur op het idee komt om te stoppen.
Dit verhaal is wel degelijk waar. Maar niet mooi.