De Tweede Ronde. Jaargang 14
(1993)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 173]
| |
Vier gedichten
| |
The Young Poet in a Trance‘We met on the street
the other day, or rather,
failed to meet, for he cut me
and, to be honest, I cut him
(a sort of mutual nick).
It was morning after all
and I had a tie on
which was unforgivable
and would only have inspired
one of his malignant epigrams.
You'd never catch him shopping
on the day of a launch,
burdened with Brylcreem,
bird seed, fat-free yoghurt.
Besides, I'd just been to
see about my tax, so I was
feeling guilty already.
As for him, he was standing
in the middle of Carlisle Street,
possibly the safest place to be,
but looking so anguished
I couldn't have reached him.
Perhaps he'd missed a tram
or spotted a subject.
Perhaps the Swiss Inn had
| |
[pagina 174]
| |
[Nederlands]in zijn stam-cafetaria.
Wie weet. Misschien zocht hij
een nieuw snoer voor zijn broodrooster,
een onderdeel voor zijn computer.
In elk geval, hij zag er vreselijk uit!
Omdat ik moe werd van dit spel
liet ik hem staan en wierp
hem kushandjes toe achter zijn rug.’
| |
[Engels]run out of sausage rolls.
Who knows! Or was he looking
for a new cord for his toaster,
spare parts for his computer?
Whatever it was, he looked deadly!
Becoming tired of this game
I left him to it, blowing
kisses behind his back.’
| |
Goedkope editiesHet was de zomer
van mijn op één na laatste ontdekking:
San Juan de la Cruz,
in één van die kwalijke Amerikaanse edities,
etterende poriën, zuinig bandje.
De hele vakantie had ik hem voor mezelf,
herleefde het emblematische leven,
ging mee op zijn wandelingen,
grimmig en barrevoets,
dankbaar voor de duim van een melaatse.
Onze bibliotheek was mijn Spanje geworden,
de airconditioning mijn gretige confidente,
die extatica boerde. Buiten
was de zomer een vulgair geglinster,
jonge sportievelingen, in de trots van hun jaren,
groepten samen in vijvers, toekomstige docenten.
Toen, op een van die schemerige feestjes,
maakte ik kennis met de held van Camus,
en bedacht vergelijkbare daden
van onzalige onverschilligheid.
Warmte. Hemelsblauw. Zonlicht.
De heilige ranzigheid van het nulliversum.
Door een zwavelkleurig panorama
kabbelde de zee naar me toe,
een bewuste stem die niet meer de mijne was.
Toen ontmoette ik iemand, voor het eerst.
Tevredenheid, zinnelijkheid, voor altijd bezoedeld.
| |
Cheap EditionsIt was the summer
of my penultimate discovery:
St John of the Cross,
in one of those nasty American editions,
putrid pores and tight-arsed spine.
All vacation I had him to myself,
relived the emblematic life,
went with him on his walks,
mordant and shoeless,
grateful for a leper's thumb.
Our library had become my Spain,
the air-conditioner my avid confidant,
belching ecstatica. Outside,
summer was a tawdry shimmer,
young athletes in their pride
clung in ponds, tomorrow's dons.
Then, at one of those ill-lit parties,
I was introduced to Camus' hero,
imagining comparable acts
of baleful in differentism.
Heat. Azure. Sunlight.
The nulliverse's sacred rancidity.
Through sulphured vistas
the sea lapped towards me,
a conscious voice no longer mine.
Then I met someone, for the first time.
Contentment, voluptuousness, blasted forever
| |
[pagina 175]
| |
MeesterOude sauriër
beginnende grijsaard
mindere Somerset Maugham
mondain in alledaags fluweel
nog kaarsrecht dankzij apeklieren
presideert over het machtig rococo-bureau,
psalmodieert over bondigheid, eenvoud, welluidendheid
terwijl onder hem op het grasveld
jonge priapen de bronzen beelden besproeien
met geparfumeerde pis
| |
MasterSaurian
senescent
so so Somerset Maugham
urbane in everyday velvet
still ramrod with monkey glands
lords the great rococo desk chanting
economy, simplicity, euphony
while beneath him on the lawn
priapic youths spray bronzes
with scented piss
| |
[Als iemand zonder Ziektebeeld]Als Iemand zonder Ziektebeeld
Verliet ik 't Sterflijk Huis -
Met achter mij het Kerkhof - en
Een Marmertekst die prees -
Wat monden wezen mij mijn Graf?
Wat kussens in de grond?
Wat domheid dreef de drom die mijn
Abstract gezwoeg miskent?
| |
[Engels]Like a Man without a Symptom
I quit the Mortal House -
Behind me lay the Cemetery -
And marbled Eulogist -
What mouths were these that tombed my way?
What cushions in the soil?
What ignorance inspired the mass
To doubt my abstract toil?
|
|