De Tweede Ronde. Jaargang 14(1993)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Drie gedichten Jean Pierre Rawie Foto Mijn moeder heeft de foto uitgekozen die na zijn dood het meeste op hem lijkt. Naarmate langzaam de meedogenloze, mij nog veranderende tijd verstrijkt, fixeer ik hem steeds meer in deze pose, het raam, de stoel, het boek dat hij bekijkt; en al mijn komende metamorfosen worden door mij aan dit portret geijkt. Straks ben ik even oud als hij op deze foto. Nog even, en wat is geweest wordt weer zoals het was in den beginne. Dezelfde sluitertijd. Ik zit te lezen in deze kamer, en het licht valt binnen door een verdwenen raam waarbij hij leest. [pagina 59] [p. 59] Verloop Ik doe de dagelijkse dingen volgens een vastgestelde wet, en de seizoenen die vergingen zijn per kalender bijgezet. En niemand ziet dit onbewogen verloop de kalme wanhoop aan, waarmee ik alles voor mijn ogen zag worden en teloor zag gaan. Maar wat verdween, te allen tijde weet ik diegenen om mij heen van wie ik zonder tranen scheidde, en die ik tranenloos beween. [pagina 60] [p. 60] Ten leste Ik weet niet welke weg je neemt; de sterren gaan hun baan ten einde en straks is mij het dichtstbijzijnde, het langst gewetene weer vreemd. Maar wat bestond aan zon en maan en wisseling van de getijden, het was alleen opdat wij beiden elkander niet zouden ontgaan. Nu worden wij nog slechts door tijd en ruimte van elkaar gescheiden, maar sta mij op het eind ter zijde als ik de einder overschrijd. Wij hebben alles nog te goed wat ons het leven heeft ontnomen: uit welke verten ook, wij komen elkaar ten leste tegemoet. Vorige Volgende