De Tweede Ronde. Jaargang 13

[p. 192]

Vertaalde poëzie

[p. 193]

Zweminstructies
Risto Ahti^*
(Vertaling Adriaan van der Hoeven)

Zie deze zwemmer vreest de zee, de open zee!
Stapt blootsvoets over de vloedlijn, zwemt even droog,
raakt in vergetelheid.

En deze jager? Geen prooi gevangen,
alleen een jagershoedje en een roestend geweer.
Toch draagt hij een naam als een man en gromt
als een roofdier.

En moeder, moeder in haar wieg wiegt slechts
haar dromen, en zichzelf in een diepe slaap.

Ah! De zee is weids en diep. Verdrinken is goed;
niet te weinig, maar ook niet te veel.
Alleen een gek verdrinkt geheel.

* Risto Ahti (1943), debuteerde als dichter in de jaren zestig. Zijn poëzie neigt soms naar het mystieke. Een belangrijk thema van hem: de vrouw.

Ohjeita uimarille

Katso tätä uimamiestä, merta pelkää, merenselkää!
Paljain jaloin rantaviivaa astuu, ilmaa hetken ui,
siiahen unohtuu.

Entä tämä metsästäjä? Saalista ci saatu ole.
metsästäjän sulkahattu vain ja ase ruostumassa.
Silti kantaa nimeä kuin mies ja niin kuin
peto murahtaa.

Ja äiti, äiti kehdossaan vain uniansa tuudittaa,
ja itseänsä syvään uneen.

Ah! Meri laaja on ja syvä. Hukkua on hyvä;
ei liian vähän eikä liikaakaan.
Vain hullu hukkuu kokonaan.