De Tweede Ronde. Jaargang 13

[p. 67]

Twee gedichten
Frans Kuipers

[Stilte]

stilte. Winterlicht

over de wateren.

Opnieuw: konijneneiland,

misthoorns, meeuwengekrijs.

Grauwe, deinende wijdte

waarboven de zon een wolk slacht.

Sneeuwstrand.

IJsschotswallen langs de waterrand. -

Waar geen mens is, daar is het mooi.

Opnieuw: stuifduinen,

horsmeren, rietplassen en ruis.

Kostbaar goed voor een dwaalgast

in de dweilpauze van zijn leven.

[p. 68]

[Sommigen ontvangen zakken belipstickte fanmail]

sommigen ontvangen zakken belipstickte fanmail
iedere dag,
anderen preken voor krekels en benen
in de woestijn.

Velen hadden visioenen,
ervaringen, bijzondere gaven,
een duurzame droom.

En wat kan ik, reiziger in oudraadsels,
van wilde vermoedens de hoeder etc.,
halen uit mijn wijdwereldse koffer
dat uitstijgt boven de klok en het stof?

Van over de grazige weiden,
van over de zonbeschenen rivier,
wonderlijk, lichtend en stil,
mij, heilige Franciscus van de boterbloemen,
zijn de wolken verschenen.