De Tweede Ronde. Jaargang 13



[pagina 52]
Nederlandse poëzie
[pagina 53]
Drie gedichten Wim Brands Recept Voor geluk is nodig: een ochtend in oktober met de geur van zomer en de dreiging van regen, tien bepluimde paarden, eentje mank, een harmonie-orkest van maar veertien man dat vrolijk vals musiceert in ritme wind tegen, twintig paar gevouwen handen - als in gebed - uit ongeschilderde ramen en een dikke mongool die ons jullie met een stok van eigen makelij naar een vervallen loods dirigeert.

[pagina 54]
Zijn laatste kamer Er was een kantoor aan de overkant dat 's avonds rood neon naar binnen wierp. Dat was zijn licht. Er was een bed dat 's winters klappertandde en moest opgeklapt. Dat was zijn plicht. Er kwam een gangbewoonster die hem een paar schoenen aanbood. Hij hield zich doof. Er was een soort Siberië aan een rivier vol vastgevroren vissen. Dat was zijn geloof. Er was een kamer met aan de muur een foto van hem in die kamer. Dat was zijn uitzicht.
Het eerste gedicht Goud geeft het terug aan de grond. Een munt van vijf cent, meer waard dan een dubbeltje. Met een ernst die het kind niet kent en eigenlijk niet wil. En zo zet onder een stoeptegel de tijd het kind stil.

Nederlandse poëzie