Het nut van Don Juan in het leven van de ouder wordende vrouw
(Of: Dankwoord van de mille e tre)
Dorinde van Oort
Op weinig figuren uit de wereldliteratuur is zo gescholden als op Don Juan. Een vluchtige telling in Da Ponte's libretto voor Mozarts Don Giovanni levert zeventien scheldwoorden op (carnefice, assassino, indegno, fellon, iniquo, barbaro, l'empio, mostro, scellerato, nido d'inganni, crudele, traditore, mentitore, perfido, perfido mostro en ingrato) die tezamen een keer of honderd gebezigd worden. Mozart laat ze in zijn aria's, duetten en recitatieven nog eens naar hartelust herhalen.
Don Juan is voer geweest voor psychologen, sociologen en historici. Hij is rebel genoemd, een verkapte homo, een eenzame, wanhopig op zoek naar contact. Maar het mooist vind ik de visie die hem bestempelt als een niemand, een man zonder substantie of eigenschappen, die zich spiegelt aan zijn tegenspelers: die visie wordt door Mozarts muziek volledig onderbouwd. Don Giovanni gebruikt de thema's die hem worden aangereikt; hij leent ze, herhaalt ze, keert ze binnenstebuiten en zet ze op hun kop. Zijn vrouwen verovert hij door ze te vertellen wat ze willen horen. Hij doet ze aan wat ze heimelijk wensen, al zijn ze niet tegen de consequenties bestand. Hij vleit en prijst ze tot mooier en nobeler dan ze waren. Dan laat hij ze achter, razend, veranderd, geschokt tot het bot.
Van jongs af even verslingerd aan Don Juans als aan Mozarts opera, ben ik achtereenvolgens Zerlina geweest, en Elvira, en Donna Anna.
De bijna-verleiding van het boerenmeisje Zerlina (La ci darem la mano) strookte met mijn meisjesdromen, door de moeders van vroeger gevoed. De vrouw te worden van een edelman (chirurg, tandarts, advocaat!), bedje gespreid, geen zorg aan het mooie kopje, het slot stond gereed: status, geborgenheid, en op de koop toe, liefde. Als Zerlina om hulp roept - zij scheldt tweemaal scellarato - is het uiterste