De Tweede Ronde. Jaargang 13(1992)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Zes gedichten Johanna Kruit Kind in leven Zij eet, zij drinkt, zij slaapt, zij groeit. Spreekt woorden in een eigen taal die niemand schrijft op haar gezicht. Gewichtloos loopt ze tot ze valt en armen voelt die haar het beeld uittillen. Na dertien maanden heeft ze zich gehecht aan het bestaan. Wanneer ze het woord buiten hoort is alles goed. Ze duwt met kracht de moeder voort die zwijgt en nergens wezen moet. In box Zij huilt. De moeder komt, spant liefde als een paraplu, maar troost heeft niets om 't lijf. Zij gilt van angst. Zelfs zachte woorden maken bang. Ook zonder taal weet zij hoe laat het is, hoe anders. Haar hoofd: pakhuis van klanken die weer gaan. Geluid dooft uit. Zij trekt zich terug achter spijlen, sluit ogen voor wat niet kan. [pagina 42] [p. 42] In woonkamer Zij zit te kijk, vuisten gebald tegen wangen en doet de lippen van haar moeder na die pruilt. Huilen is er niet bij. Haar ogen flitsen van stoel naar bank. Stemmen kaatsen op elkaar. Iets maakt haar bang. Haar hoofd wordt zwaar. Zij spaart herinnering voor later, kan als ze wil daarna verdriet voorspellen aan geluid. Maar valt in slaap. In huis De moeder buigt zich over haar, tilt op, loopt rond, draagt haar de kamers in en uit. Haar mond geeft geen geluid. Het kind ziet dingen een voor een en zwaait met armen, lacht in kleur, is zachter dan fluweel. Zij weet niet dat de moeder schrikt om zoveel vederlicht gewicht dat zwaar door haar gedragen wordt door kamers als ze huilt. [pagina 43] [p. 43] In tuin Omgeving vult de omtrek van het kind. Voortdurend in de wind ziet zij de tuin, het vierkant gras, konijn in hok, bloem langs vijverrand zonder achtergrond. Warm als de zon haar lach wanneer de moeder komt. Zoals een boom leeft van water en lucht kan ook zij wel zonder gaan. In de val van het licht vangt ze op wat almaar blijft en niet kan staan. In wandelwagen Zij trekt het landschap om zich heen. Het kwade weer komt over zee, brengt wolken, wind en regen. Zij ziet de moeder niet die loopt en verder kijkt dan wat er is te zien. Haar kleine hoofd geniet van wat het voelt. Zij lacht. Haar handen spannen samen met de wind. Zij vindt wat er te zien is goed en weet haar honger straks gestild. Vorige Volgende